We informeren u dikwijls over de Wet Toekomst Pensioenen. Maar we hebben ook te maken met andere wetgeving. We zetten de wetsvoorstellen op een rijtje.
Bij pensionering mag een deelnemer 10% van het ouderdomspensioen in één keer opnemen, maar niet in combinatie met hoog/laag-constructie. Het pensioenfonds móet dit aanbieden.
Het wetsvoorstel wordt tweede kwartaal 2022 ingediend. De inwerkingtreding is beoogd op 1 januari 2023.
Anticipatie begint al zes maanden voor pensionering. Omdat er nog geen wetgeving is, moet het pensioenfonds dit voorbereiden op basis van een brief van SZW over het moment van uitbetaling.
Het pensioenfonds moet zorgvuldige keuzebegeleiding voorbereiden met duidelijke informatie over de gevolgen van de keuze, bijvoorbeeld voor toeslagen en latere pensioenuitkeringen.
Het nabestaandenpensioen wordt bij alle pensioenfondsen geüniformeerd om gaten in dekking te voorkomen. De hoofdregels worden:
De uniformering van het nabestaandenpensioen is onderdeel van Wet Toekomst Pensioenen. De inwerkingtreding is beoogd op 1 januari 2023.
In de Wet Toekomst Pensioenen wordt een ruimer partnerbegrip gehanteerd dan in de wet pensioenverdeling bij echtscheiding.
Het wetsvoorstel voorziet in een verruiming van de definitie van partner of gezamenlijke huishouding.
N.B. De keuze om wel of geen nabestaandenpensioen in de pensioenregeling op te nemen en, zo ja, de hoogte ervan wordt bepaald door sociale partners.
De ex-partner krijgt een eigen pensioenrecht (conversie), zodat er geen afhankelijkheid meer is van de ex-partner. De standaardverdeling wordt 50% van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen plus partnerpensioen. Het bijzonder partnerpensioen gaat door conversie op in het eigen recht op partnerpensioen.
Het wetsvoorstel is in behandeling in de Tweede Kamer. De inwerkingtreding is beoogd op 1 juli 2022.
Er ontstaat verschil in behandeling: de nieuwe wet zal niet gelden voor stellen die wel samenwonen, maar niet zijn getrouwd of geregistreerd partner zijn.
De uitvoering is zeer complex door mogelijke keuzes. Dit vraagt om aandacht voor de begeleiding bij deze keuzes.
Kleine pensioenaanspraken mogen automatisch worden overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder. Het doel is verlaging van administratieve lasten van het pensioenfonds.
De wetswijziging ligt met gewenste aanpassingen bij de Tweede Kamer. De inwerkingtreding is zo spoedig mogelijk beoogd.
Dit voorstel vraag aandacht van het Pensioenfonds voor het realiseren van de overdrachten.
In het Pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over pensioensparen door zelfstandigen. Het wordt wenselijk geacht om te bezien hoe de pensioenopbouw onder zelfstandigheden kan worden gestimuleerd. Dit wordt door experimenteerwetgeving gestimuleerd.
PFZW heeft de zzp-pilot gestaakt.
De geboden experimentwetgeving is niet voldoende passend.
Voortgaande discussie over onderscheid ‘echte’ zzp’ers en ‘pseudo-werknemers’, mede naar aanleiding van het rapport van de Commissie Borstlap en van jurisprudentie.
Tijdelijke regeling (2021 t/m 2025) vervroegde uittreding tot maximaal 3 jaar vóór AOW-leeftijd, waarbij werkgever geen eindheffing betaalt.
Deze wetgeving is in werking getreden. Er bestaan inmiddels afspraken in diverse cao’s.
Pensioenopbouw en de dekking voor nabestaanden stopt bij de beëindiging van het dienstverband. Er is geen vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw mogelijk.
De door het voorstel beoogde maximum uitkering ter hoogte van netto-AOW is niet altijd voldoende voor het levensonderhoud. Dit kan leiden tot aanvragen van vervroegd ouderdomspensioen waardoor het levenslange ouderdomspensioen vervolgens daalt. Dit vereist zorgvuldige invulling van de zorgplicht van het pensioenfonds.