De nieuwe regels gelden voor iedereen die werkt, deels werkt of heeft gewerkt, bijna met pensioen is of al pensioen of een uitkering krijgt van PFZW. En ongeacht de leeftijd.
Onderstaand vindt u een overzicht van antwoorden op veel voorkomende vragen per onderwerp.
De nieuwe regels gelden voor iedereen die werkt, deels werkt of heeft gewerkt, bijna met pensioen is of al pensioen of een uitkering krijgt van PFZW. En ongeacht de leeftijd.
De economie kan invloed hebben op de hoogte van uw pensioen. Bijvoorbeeld door de rente en de beleggingsresultaten die PFZW haalt.
Het geld dat PFZW beheert, wordt door het omzetten naar de nieuwe regels herverdeeld. Het wordt niet meer of minder, maar op een andere manier verdeeld. Dat gebeurt op 1 januari 2026. Na het omzetten heeft iedereen een persoonlijk pensioenvermogen. In MijnPFZW kunt u altijd zien hoe groot uw pensioenvermogen is. De werkgevers- en werknemersorganisaties hebben veel berekeningen gemaakt om het zo evenwichtig mogelijk te verdelen. Zo zorgen we ervoor dat de voordelen van de nieuwe pensioenregeling goed worden verdeeld over alle groepen mensen die een pensioen hebben bij PFZW. Of u nu pensioen opbouwt, heeft opgebouwd of pensioen ontvangt.
De kans dat dat gebeurt is puur vanuit de theorie. Beleggingen worden gespreid en er wordt niet alleen in risicovolle aandelen belegd. Ook is er een ‘buffer’ waardoor de kans op verhoging van de pensioenen groter is dan op een daling. Zeker is dat u pensioen blijft ontvangen van PFZW, ook al wordt u 120 jaar.
De werkgevers- en werknemersorganisaties in de sector zorg en welzijn (de sociale partners) hebben op 15 januari 2024 de nieuwe regels bepaald. Bijvoorbeeld hoeveel geld u en uw werkgever inleggen. En wat er is geregeld als u arbeidsongeschikt wordt. Of wat uw eventuele partner en kinderen krijgen als u overlijdt. Ook de gepensioneerden en oud-medewerkers zijn hierbij betrokken geweest. Zo worden de nieuwe regels breed ‘gedragen’ door iedereen in uw sector. PFZW heeft de regels dus niet bepaald, maar voert ze straks wel uit.
Het is goed om te weten dat PFZW de inleg van werkgevers en deelnemers ook nu al belegt. Het pensioen dat u opbouwt gaat meer meebewegen met de resultaten die PFZW haalt. Daardoor is het wat onduidelijker wat u later exact aan pensioen krijgt. Ook als u later met pensioen bent kunnen de beleggingsresultaten invloed hebben op de hoogte van uw pensioen. Zit het mee met de economie? Dan kan uw pensioen hoger uitvallen. Zit het tegen met de economie? Dan proberen we een verlaging zoveel mogelijk te voorkomen. We verwachten dat we uw pensioeninkomen daardoor eerder kunnen verhogen. En er is een bescherming tegen verlagingen. Daarvoor hebben we onder andere een ‘buffer’ achter de hand: een gezamenlijke reserve die we gebruiken om eventuele tegenvallers op te vangen. Ook worden beleggingen gespreid en er wordt niet alleen in risicovolle aandelen belegd. Zeker is dat u pensioen blijft ontvangen van PFZW, ook al wordt u 120 jaar.
Minder risico betekent minder uitschieters naar boven en minder uitschieters naar beneden. Zo houden we de pensioenen stabiel. Daardoor, en bijvoorbeeld door een gezamenlijke reserve, kunnen we de kans op verlagen klein houden. Toch is de kans op verhogen groter dan in het huidige stelsel. Dat komt doordat pensioenfondsen niet meer verplicht worden om grote buffers aan te houden. Door die buffers mochten we in het verleden de pensioenen vaak niet verhogen. Juist als het goed ging met de economie en de resultaten gunstig waren, was er toch geen mogelijkheid om te indexeren. Die werking verandert met de nieuwe regels voor pensioen. Er komt daardoor meer geld ‘vrij’ om uit te keren. Daardoor kunnen we naar verwachting eerder verhogen.
Nee, u krijgt straks een persoonlijk deel in een gezamenlijk, collectief belegd pensioenvermogen. PFZW beheert en belegt dit voor u. U kiest dus niet zelf hoe PFZW uw persoonlijke pensioenvermogen belegt.
Regelmatig onderzoekt PFZW onder een grote groep deelnemers hoeveel risico’s deelnemers kunnen en willen lopen met hun pensioengeld. De resultaten van dit risicopreferentieonderzoek vertaalt PFZW, samen met landelijk onderzoek en inzichten, naar uitgangspunten en kaders: de zogenaamde risicohouding. Deze gebruikt PFZW vervolgens om te beslissen hoe ze het geld van de deelnemers gaan beleggen. Als veel mensen in het onderzoek laten zien dat ze niet veel risico willen nemen, kan PFZW het geld veiliger beleggen. Bijvoorbeeld meer in obligaties. Als mensen meer risico willen nemen, kan PFZW meer geld in aandelen stoppen. Dat kan meer winst, maar ook meer verlies betekenen.
Mede door dit onderzoek weet PFZW beter wat bij de deelnemers past. En kan PFZW het beleggingsbeleid daarop per leeftijdsgroep afstemmen. Om op die manier zo goed mogelijk voor het pensioen van iedereen te zorgen. Deelnemers hebben ook op andere manieren inspraak bij het beleggingsbeleid, onder meer via de organen van PFZW waarin zij zijn vertegenwoordigd, zoals de Pensioenraad.
Ja, alle fondsen moeten uiterlijk op 1 januari 2028 overstappen. PFZW wil al op 1 januari 2026 overstappen.
Na 1 januari 2026 gebruiken we de dekkingsgraad niet meer. De dekkingsgraad is nog wel belangrijk als de pensioenen worden omgezet naar de nieuwe regeling. Hoe hoger de dekkingsgraad op het moment van omzetten, hoe meer de persoonlijke pensioenvermogens en ingegane pensioenen kunnen worden verhoogd.
Nee, dat kan niet. Werkt u in de sector zorg en welzijn, dan bouwt u verplicht pensioen bij ons op. En u krijgt pensioen van ons zodra u met pensioen gaat. U kunt ook niet overstappen naar een ander fonds. Het is ook niet mogelijk om bezwaar te maken. Dat staat zo in de nieuwe pensioenwet die sinds 1 juli 2023 geldt.
In 2023 hebben de Tweede Kamer en de Eerste Kamer voor de Wet toekomst pensioenen gestemd en de wet is inmiddels ook ingegaan. Een nieuw kabinet verandert hier niets aan. Bij PFZW zijn we sindsdien (en al lang daarvoor) hard bezig om te zorgen dat we in 2026 probleemloos kunnen overgaan naar de nieuwe regels. We zijn er bij PFZW van overtuigd dat deze nieuwe wet voor u en bijna iedereen die bij ons pensioen opbouwt financieel gunstiger is dan de oude wet. En dat het daarom belangrijk is dat iedereen deel gaat nemen aan de nieuwe pensioenregeling, want:
Zolang u werkt, bouwt u pensioenvermogen op met het geld dat u en uw werkgever inleggen. Uw vermogen groeit verder door het rendement van onze beleggingen. Gaat u met pensioen? Dan betalen we uit dit vermogen uw pensioeninkomen, zolang u leeft.
U ziet vanaf maart 2026 in MijnPFZW bijvoorbeeld:
Dat weten we als we alle pensioenen gaan ‘omzetten’ naar de nieuwe regels. Dat doen we op 1 januari 2026.
Het pensioengeld dat PFZW beheert, wordt door het omzetten niet meer of minder, maar op een andere manier verdeeld. Hoe dat precies gaat, is afhankelijk van de financiële situatie van PFZW op 1 januari 2026. PFZW beheert ongeveer 242 miljard euro (per 31 maart 2024). Het overgrote deel wordt gebruikt voor de pensioenen. Na het omzetten ziet u welk deel daarvan door u is opgebouwd. Dat noemen we uw pensioenvermogen. In MijnPFZW kunt u na de overgang altijd zien hoe groot uw pensioenvermogen is en hoe u het opbouwt. U kunt er dus zeker van zijn dat er straks voor u pensioen is. Er zijn veel berekeningen gemaakt om ervoor te zorgen dat de voordelen zo goed mogelijk worden verdeeld over iedereen die bij PFZW pensioen ontvangt, opbouwt of heeft opgebouwd.
Net als nu blijven u en uw werkgever samen geld inleggen voor uw pensioen. Hoeveel dat is, staat iedere maand op uw loonstrook.
Financieel gezien kan het uitmaken of u net vóór of net na 1 januari 2026 met pensioen gaat. Wanneer u met pensioen gaat, kunt u verschillende keuzes maken over hoe u uw pensioen wilt inrichten. U kunt bijvoorbeeld eerder of later met pensioen gaan. Of kiezen om eerst een periode een hoger pensioen te ontvangen en daarna een lager pensioen. De nieuwe regels voor pensioen kunnen invloed hebben op de hoogte van uw pensioen.
Ook eventuele compensatie is van invloed op de hoogte van uw pensioen. Dat zit zo. De meerderheid heeft voordeel van de nieuwe regels. Voor een aantal groepen heeft het afschaffen van de huidige regels ook nadelen. Daarom krijgen deze groepen een extra bedrag om die nadelen weg te nemen of te verzachten. Stopt u vóór 1 januari 2026 (voor een deel) met werken, dan heeft u geen (of minder) recht op dit extra bedrag. Voor het recht op compensatie moet u namelijk nog actief aan het werk zijn in zorg en welzijn. Dit is alleen belangrijk als u tussen 1959 en 1965 bent geboren. U heeft dan recht op compensatie én u heeft de keuze om uw pensioen voor 1 januari 2026 te laten ingaan. Laat u uw pensioen voor 1 januari (voor een deel) ingaan, dan heeft u dus geen (of minder) recht op compensatie. Het is goed om te weten dat het uitstellen van uw pensioen tot ná uw AOW-leeftijd niet helpt om toch nog compensatie te krijgen. Als u op 1 januari 2026 de AOW-leeftijd al heeft bereikt, komt u niet in aanmerking voor compensatie.
We weten nu nog niet hoe hoog uw verwachte pensioen en een eventuele compensatie gaan zijn. Wij moeten nog precieze berekeningen maken. Die hangen ook van zaken af, die we nu nog niet weten. Wij informeren u hier zo snel mogelijk over. En natuurlijk spelen andere zaken ook een rol bij de keuze van uw pensioendatum. Die zaken kunnen belangrijker zijn dan de hoogte van het pensioen of het recht op compensatie. Denk daarbij aan uw gezondheid en uw welzijn.
We verwachten dat u later een hoger pensioen krijgt dan wanneer de huidige regels zouden blijven gelden. Wat de nieuwe pensioenregeling voor iedereen persoonlijk betekent weten we pas als wij de nieuwe regels voor pensioen invoeren en we per persoon de nieuwe berekening kunnen maken. Wij hebben al wel voorlopige berekeningen gemaakt. Hieruit blijkt dat vrijwel iedereen naar verwachting ten minste een gelijkblijvend pensioen krijgt door de overstap op de nieuwe regeling. En dat we de pensioenen daarna eerder kunnen verhogen en goed kunnen beschermen tegen verlagingen.
De meerderheid heeft voordeel van de nieuwe regels. Maar voor mensen die zijn geboren tussen 1959 en 1995 en in de sector zorg en welzijn werken of (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn, heeft het afschaffen van de huidige regels ook nadelen. Daarom krijgt deze groep een extra bedrag in zijn of haar pensioenvermogen. Daardoor blijft het verwachte pensioen later voor bijna iedereen minstens even hoog als vóór het omzetten. Voor een heel kleine groep kunnen we het nadeel niet helemaal wegnemen, maar wel kleiner maken. Dit zijn mensen die pas kort in de sector werken en nog niet veel pensioen bij PFZW hebben opgebouwd. Niet iedereen ontvangt hetzelfde bedrag. Hoe hoog het bedrag in uw situatie is en hoe hoog uw verwachte pensioen gaat zijn, kunnen we pas eind 2025 berekenen.
Dat pensioen blijft daar staan. Informeer bij uw andere pensioenfonds welke nieuwe regels daar gelden voor uw pensioen. Wilt u dat pensioen meenemen naar PFZW? Vraag dan om waardeoverdracht.
Ja, dat kan. U bepaalt zelf hoeveel en hoe lang u geld blijft inleggen bij PFZW, binnen de regels van de Belastingdienst. U kunt het geld alleen gebruiken voor uw pensioen later. Tot die tijd staat het vast.
Nee, dat kan niet. Als u met pensioen gaat, krijgt u uw pensioeninkomen uit het vermogen dat u bij PFZW heeft opgebouwd.
We verwachten dat u later een hoger pensioen krijgt dan wanneer de huidige regels zouden blijven gelden. We kunnen pensioenen eerder verhogen en goed beschermen tegen verlagingen. Uw opgebouwde pensioenvermogen gaat meer meebewegen met de resultaten die PFZW haalt. Daardoor is het totdat u met pensioen gaat wat onduidelijk wat later exact aan pensioen krijgt.
Ja, uw keuzemogelijkheden blijven hetzelfde: u kunt uw pensioen vervroegen of uitstellen. Hou er rekening mee dat als u eerder stopt met werken dat u ook minder pensioen krijgt. U kunt ook kiezen voor deeltijdpensioen: deels werken en deels met pensioen. Of een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor extra pensioen voor uw partner. Of andersom. Ook kunt u nog steeds kiezen voor eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen per maand of andersom. Zo zorgen we er samen voor dat uw pensioen past bij uw situatie.
Ja, u heeft straks net als nu verschillende keuzes als u met pensioen gaat. Bijvoorbeeld eerder of later met pensioen gaan dan de AOW-leeftijd. U kunt ook kiezen voor de eerste jaren een hoger pensioen en daarna een lager pensioen (of juist andersom). Of kiezen voor een deeltijdpensioen. Zo zorgen we er samen voor dat uw pensioen past bij uw situatie.
We willen dat uw pensioeninkomen na het omzetten minstens even hoog blijft, als de financiële situatie dat toelaat. Dat hebben de vakbonden en werkgeversorganisaties bepaald. De kans op verlaging is in de eerste jaren klein. Er komt een gezamenlijke reserve die we direct bij de overgang naar de nieuwe regels al vullen. Zo zijn we zeker dat we die ook in de eerste drie jaar na de overgang al kunnen gebruiken als dat nodig is. We verwachten dat we uw pensioen eerder kunnen verhogen. Er is een bescherming tegen verlagingen. U kunt erop vertrouwen dat u uw pensioen iedere maand ontvangt, zolang u leeft. Ook al wordt u 120 jaar.
Ook blijven uw keuzemogelijkheden hetzelfde:
Lees meer over uw keuzemogelijkheden en maak een pensioenplan.
Overlijdt u voordat u met pensioen gaat?
Let op!
Check in MijnPFZW of uw partner bekend is bij ons. U vindt hier ook informatie wat de voorwaarden zijn om uw partner aan te melden.
Als u overlijdt voordat u met pensioen bent, ontvangt uw partner zolang hij of zij leeft een uitkering van PFZW. Werkgeversorganisaties en vakbonden hebben afgesproken dat dit straks 40% van uw laatste salaris is. Het maakt niet uit hoe lang u in dienst bent geweest. Als u kinderen heeft, ontvangen zij straks ook tot hun 25e een uitkering als u overlijdt voor uw pensioendatum. Per kind is dat bedrag 20% van uw laatste salaris. Deze verzekeringen zijn er in ieder geval zolang u werkt in de zorg en welzijn en tot zes maanden daarna als u de sector verlaat en nog niet met pensioen bent. Ook als u arbeidsongeschikt bent geraakt terwijl u in zorg en welzijn werkte, gelden deze verzekeringen. Wat goed is om te weten: u houdt óók het partnerpensioen en wezenpensioen dat u in de huidige regeling hebt opgebouwd. Ook als u zorg en welzijn verlaat en nog niet met pensioen bent. Wel zetten we dit om naar de nieuwe regels.
Wilt u een hoger partnerpensioen voor uw partner als u overlijdt nadat uw pensioenopbouw bij PFZW is gestopt? Dan kunt u een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen. Uw ouderdomspensioen wordt hierdoor lager, maar uw partner krijgt meer als u overlijdt.
In de nieuwe pensioenregeling is een verzekering geregeld wanneer u overlijdt voordat u met pensioen bent. Deze verzekering geldt zolang u werkt in zorg en welzijn en bij PFZW pensioen opbouwt. Uw partner (als u die heeft) ontvangt dan zolang hij of zij leeft een maandelijkse uitkering en uw kinderen (als u die heeft) ontvangen een uitkering tot hun 25e jaar.
U houdt het partnerpensioen en wezenpensioen dat u heeft opgebouwd in de pensioenregeling die er nu is. Ook als u zorg en welzijn verlaat en nog niet met pensioen bent. Wel zetten we dit om naar de nieuwe regels.
Ook in de nieuwe regeling is er een aanvulling op de uitkering van het UWV. Dat hebben de werkgevers- en werknemersorganisaties bepaald. En u blijft pensioen opbouwen zonder dat u daar zelf geld voor hoeft in te leggen.
Ja, u mag vrijwillig doorgaan met pensioen opbouwen. Bijvoorbeeld als u (tijdelijk) stopt met werken of als zzp’er aan de slag gaat. Ook kunt u uw partner en kinderen verzekeren van een uitkering als u overlijdt. En voor u zelf een pensioen verzekeren als u arbeidsongeschikt wordt. Hoe hoog dat bedrag is, weten we nu nog niet.
In sommige cao’s is bepaald dat medewerkers die 45 jaar hebben gewerkt in de sector zorg en welzijn met pensioen mogen. Die regeling is nu en ook straks geen onderdeel van de pensioenregeling van PFZW. U kunt voor vragen terecht bij uw werkgever en/of uw vakbond.
Wilt u weten hoeveel jaar u gewerkt heeft in zorg en welzijn? Op MijnPFZW vindt u een overzicht van alle periodes waarin u pensioen heeft opgebouwd bij PFZW. Log in met uw DigiD of MijnPFZW-account via de link hieronder. U krijgt dan meteen het overzicht te zien.
Pensioenopbouwperiodes bekijken
Wat de nieuwe pensioenregeling voor iedereen persoonlijk betekent, weten we pas als wij de nieuwe regels voor pensioen invoeren en we per persoon de nieuwe berekening kunnen maken. Op dit moment kunnen we de berekeningen daarvoor nog niet maken. We hebben daarvoor nog niet alle informatie. Ook weten we nu nog niet hoe de financiële situatie van PFZW gaat zijn op 1 januari 2026. Wij hebben al wel voorlopige berekeningen gemaakt. Hieruit blijkt dat vrijwel iedereen naar verwachting ten minste een gelijkblijvend pensioen krijgt door de overstap op de nieuwe regeling. En dat we de pensioenen daarna eerder kunnen verhogen en goed kunnen beschermen tegen verlagingen.
Op dit moment kunnen we de berekeningen daarvoor nog niet maken. We hebben daarvoor nog niet alle informatie. Ook weten we nu nog niet hoe de financiële situatie van PFZW gaat zijn op 1 januari 2026. Wat we al wel weten is:
PFZW gaat de pensioenen één keer per jaar aanpassen. We laten u ieder jaar in november weten hoeveel pensioen u het jaar daarna kunt verwachten. U ontvangt dus niet elke maand een ander pensioen. Overigens vinden we het ook belangrijk om te benadrukken dat we verwachten dat de kans op verlagen heel klein is. Ook als de resultaten een keer tegenvallen, kunnen we verlagingen zo goed mogelijk voorkomen. We hebben daarvoor verschillende maatregelen, zoals een gezamenlijke reserve. Daarmee kunnen we financiële tegenvallers opvangen. Een soort appeltje voor de dorst. We verwachten bij positieve resultaten juist eerder dan nu te kunnen verhogen.
Ja, u heeft via MijnPFZW altijd inzicht in uw pensioen of uitkering. Dat blijft zo. Als u met pensioen bent en een partnerpensioen hebt verzekerd, dan ziet u ook de hoogte daarvan.
Dat blijft u ieder jaar apart ontvangen, in mei. Net als nu.
Als u overlijdt na uw pensioendatum, dan stopt uw pensioen. Vaak ontvangen uw eventuele partner en/of kinderen dan een nabestaandenpensioen. De regels voor het partnerpensioen na de pensioendatum veranderen niet. Voor het uitkeren van het wezenpensioen komt een vaste eindleeftijd van 25 jaar. Bij PFZW is dat nu nog 21 jaar.
Dit is afhankelijk van de afspraken van het pensioenfonds van uw ex-partner. Het kan zijn dat uw ex-partner ook in zorg en welzijn heeft gewerkt en pensioen ontvangt van PFZW. Maar natuurlijk ook dat hij/zij bij een ander pensioenfonds is aangesloten. Elk fonds maakt eigen afspraken. Bij PFZW blijft het verevend pensioen dat u ontvangt gekoppeld aan het pensioen van uw ex-partner. U krijgt daarvoor geen eigen pensioenvermogen.
Het is niet mogelijk om andere keuzes te maken bij het omzetten. Bij het omzetten zetten we alle bestaande afspraken om naar de nieuwe regels. Er kunnen geen afspraken worden herzien.
U blijft uw leven lang een pensioeninkomen ontvangen. Al wordt u 120 jaar. Hoe hoog uw pensioeninkomen precies wordt vanaf 2026, kunnen we nu nog niet zeggen. Maar we kunnen wel zeggen dat het geld voor uw pensioen nooit opraakt. Omdat we in zorg en welzijn het pensioen samen regelen, zorgen we ook voor elkaar. Sommige mensen worden ouder dan de gemiddelde levensverwachting en ontvangen daardoor langer dan gemiddeld pensioen. Anderen overlijden al eerder en zij ontvangen daardoor korter pensioen. Dat compenseert elkaar. Als u overlijdt, dan komt het pensioengeld dat u hebt opgebouwd en niet wordt uitgekeerd aan uw nabestaanden ten goede aan andere gepensioneerden die langer leven. En andersom geldt dat wanneer u 120 wordt, u op die manier nog steeds pensioeninkomen kunt blijven ontvangen.
De pensioenen wijzigen niet iedere maand, maar één keer per jaar. En we verwachten dat we de pensioenen eerder kunnen verhogen dan verlagen. Dat maakt de situatie eigenlijk niet anders dan wanneer uw pensioeninkomen nu hoger wordt door indexatie.
De vakbonden en werkgeversorganisaties hebben afspraken gemaakt, waarmee we de kans op verlagingen heel klein houden. In de praktijk is de kans op verlagingen straks naar verwachting kleiner dan nu. Doordat uw pensioeninkomen meer gaat meebewegen met de resultaten van PFZW, verwachten we dat we uw pensioen eerder kunnen verhogen en meer laten meegroeien met prijsstijgingen. We kunnen, net als nu, nooit beloven dat uw pensioen nooit zal worden verlaagd, maar we houden er in ons beleid zeker rekening mee dat we er alles aan moeten doen om te voorkomen gepensioneerden in de problemen komen. Daarvoor komt een aantal veiligheidsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld een gezamenlijke reserve om tegenvallers op te vangen.
U mag uw pensioen opnemen en daarnaast (blijven) werken. Uw salaris wordt niet gekort op uw pensioen. Gaat u werken bij een werkgever die bij PFZW is aangesloten? Dan bouwt u ook weer pensioen op bij PFZW. Uw ouderdomspensioen vanaf uw AOW-leeftijd wordt hierdoor hoger.
Door te werken naast uw pensioen wijzigt uw inkomen. U betaalt belasting over uw totale inkomen inclusief uw pensioen. Mogelijk valt u door te werken naast uw pensioen in een hoger belastingtarief. Ook kan het gevolgen hebben als u toeslagen of andere uitkeringen ontvangt die afhangen van uw inkomen. Vraag na bij de uitkerende instantie wat de gevolgen van werken naast uw pensioen zijn.
Uw opgebouwde pensioen blijft bij ons staan. Op 1 januari 2026 zetten we dit om naar uw persoonlijke pensioenvermogen.
U mag uw opgebouwde pensioenvermogen onder voorwaarden overdragen naar een ander pensioenfonds als u van baan wisselt. U krijgt het actuele voor uw pensioen gereserveerde pensioenvermogen mee, maar geen deel van de buffer. Net zoals nu is het dan verstandig om de pensioenregeling van PFZW te vergelijken met de pensioenregeling van uw huidige pensioenfonds. U kunt dan bijvoorbeeld kijken naar de keuzemogelijkheden binnen de verschillende pensioenregelingen, de manier waarop de pensioenfondsen beleggen of de hoeveelheid risico die u loopt op weg naar uw pensioen.
Vakbonden en werkgeversorganisaties hebben samen afspraken gemaakt over de nieuwe pensioenregeling. De belangrijkste afspraken:
Het pensioengeld dat PFZW beheert wordt door het omzetten naar de nieuwe pensioenregeling verdeeld. Hoe dat precies gaat, is afhankelijk van de financiële situatie van PFZW op 1 januari 2026. PFZW beheert ongeveer 242 miljard euro (per 31 maart 2024).
Na het omzetten ziet u welk deel daarvan door u is opgebouwd. Dat noemen we uw pensioenvermogen. In MijnPFZW kunt u na de overgang altijd zien hoe groot uw pensioenvermogen is en hoe u het opbouwt. Er zijn veel berekeningen gemaakt om ervoor te zorgen dat de voordelen zo goed mogelijk worden verdeeld over iedereen die bij PFZW pensioen ontvangt, opbouwt of heeft opgebouwd.
De waarde van het pensioen dat u tot de start van de nieuwe pensioenregeling opbouwde of het pensioen dat u ontvangt, zet PFZW om naar een bedrag. Dat bedrag noemen we uw persoonlijk pensioenvermogen. Dat blijft gewoon van u. En daarvan wordt uw pensioen maandelijks betaald, al wordt u 120 jaar.
In het transitieplan staat beschreven welke keuzes en afspraken de vakbonden en werkgeversorganisaties (sociale partners) hebben gemaakt over de nieuwe pensioenregeling voor PFZW. In het plan staat ook wat er gebeurt met de pensioenen die al zijn opgebouwd en de pensioenen die nu worden uitgekeerd. Ook staat in het transitieplan welke maatregelen de sociale partners nemen om ervoor te zorgen dat de overgang naar de nieuwe regeling geen grote voor- of nadelen oplevert voor bepaalde groepen deelnemers.
Het transitieplan is van de sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties), zij hebben dit plan opgesteld. Voor PFZW zijn dit:
Werkgevers:
a. ActiZ
b. Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
c. Sociaal Werk Nederland, in deze ook vertegenwoordigend Brancheorganisatie Kinderopvang, Jeugdzorg Nederland en de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang
d. Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
e. De Nederlandse ggz
f. Overige sectororganisaties:
1. Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde
2. Branchevereniging Tandtechniek
3. Vereniging van Laboratoriumhoudende Tandtechnici
4. Brancheorganisatie Geboortezorg
5. Zelfstandige Klinieken Nederland
6. Landelijke Huisartsen Vereniging
7. InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg
8. Stichting SBOH, Stichting SBOH Maatschappij en Gezondheid
Werknemers:
a. Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV)
b. CNV Connectief
c. Nieuwe Unie ‘91
d. Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg en daaraan gerelateerd onderwijs en onderzoek (FBZ)
Er komen nieuwe regels voor pensioen omdat de huidige regels niet meer goed aansluiten bij deze tijd. Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen ingegaan. De pensioenregeling moet worden aangepast aan deze nieuwe wet. Daarom hebben de werkgevers- en werknemersorganisaties met elkaar afspraken gemaakt hoe de nieuwe pensioenregeling eruit moet komen te zien. Die afspraken staan in het transitieplan. Het bestuur van PFZW gaat de komende maanden toetsen of die afspraken uitvoerbaar zijn.
De sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) hebben het transitieplan in december 2023 voorgelegd aan hun leden. De leden zijn eind 2023 akkoord gegaan met het transitieplan. Ook de ouderenorganisaties zijn gehoord: ANBO en de Bond voor Pensioenbelangen PFZW (BPP).
Vakbonden en werkgeversorganisaties (de ‘sociale partners’) uit de sector zorg en welzijn hebben samen afspraken gemaakt over de nieuwe pensioenregeling van PFZW. En over de manier waarop iedereen overgaat naar de nieuwe regeling. Hun leden, dat zijn mensen die in zorg en welzijn werken, hebben gewerkt of al pensioen ontvangen, en de werkgevers, hebben daarna akkoord gegeven op de afspraken. Ook is er meerdere keren overleg geweest met ouderenorganisaties, zoals de BPP en de ANBO. Zij hebben gebruikgemaakt van het hoorrecht om hun ideeën over de nieuwe pensioenregeling bekend te maken bij de vakbonden en werkgevers. Deze ideeën zijn meegenomen bij het maken van de afspraken. De BPP heeft per brief ingestemd met het plan.
De sociale partners hebben aan PFZW gevraagd om de nieuwe pensioenregeling uit te voeren. Voordat het bestuur van PFZW hier ‘ja’ op zegt, betrekken we de Pensioenraad (ons verantwoordingsorgaan) en de Raad van Toezicht. In het bestuur en de Pensioenraad zijn werkgevers, werknemers en gepensioneerden vertegenwoordigd. Pas na het advies van de Pensioenraad en de goedkeuring van de Raad van Toezicht, neemt het bestuur besluiten over de nieuwe regeling. De nieuwe pensioenregeling is dus echt van en voor iedereen in zorg en welzijn. Ook de gepensioneerden.
De sociale partners hebben het transitieplan aangeboden aan het bestuur van PFZW. Zij gaan nu bekijken of zij de nieuwe regeling kunnen uitvoeren. Het bestuur van PFZW maakt vervolgens een (implementatie)plan waarin staat hoe zij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling gaan uitvoeren. De Nederlandsche Bank (DNB) beoordeelt het plan.
In 2024 werkt PFZW de details van de nieuwe pensioenregeling uit. We zetten in 2025 alles klaar voor de overgang. U ontvangt eind 2025 een persoonlijk bericht met een voorlopige berekening van uw pensioen na de omzetting.
Heeft deze informatie u geholpen?