Vrijwillige voortzetting

Als de premieplicht vervalt of het salaris sterk daalt, kan uw medewerker ervoor kiezen zijn pensioenopbouw voort te zetten. Dit heet vrijwillige voortzetting.

Premie betalen als medewerker

Bij vrijwillige voortzetting betaalt uw medewerker de totale pensioenpremie voor ouderdomspensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen. Komt uw medewerker ook in aanmerking voor bescherming bij verlof en werkloosheid? Dan betaalt hij minder premie omdat hij gratis verzekerd is voor het risico van arbeidsongeschiktheid en overlijden.

Premie betalen als werkgever

Het is ook mogelijk dat u (een deel van) de premie betaalt. In de cao staat vaak in welke situatie dat gebeurt. U kunt hier ook individuele afspraken over maken.

Voor vrijwillige voortzetting zijn er vijf mogelijkheden:

  • Vrijwillige voortzetting bij ontslag
  • Vrijwillige voortzetting bij ziekte
  • Vrijwillige voortzetting bij verlof
  • Vrijwillige voortzetting bij zelfstandig ondernemen
  • Vrijwillige voortzetting bij minder werken

Op de pagina voor particulieren leest u meer over vrijwillige voortzetting bij specifieke situaties.

Wat betekent vrijwillige voorzetting voor een werkgever?

In onderstaande situaties moet u de premie volgens de fiscale wetgeving met het bruto salaris van uw medeweker verrekenen:
  • Gedeeltelijk onbetaald verlof
  • Minder werken
  • Minder verdienen

Bij volledig onbetaald verlof is er de keuze of u en/of uw medewerker de premie betaalt. U houdt de premie in op het bruto loon. 

In andere situaties betaalt uw medewerker meestal zelf de premie:

  • Vrijwillige voorzetting bij ontslag
  • Zelfstandig ondernemen
  • Ziekte

In sommige gevallen is de deelnemer gratis beschermd tegen de risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid en in sommige situaties moet de deelnemer de volledige premie betalen. Uw medewerker moet de vrijwillige voortzetting aanvragen binnen 9 maanden na de reden voor de vrijwillige voortzetting.​

Let op de aanvraagtermijn

Vrijwillige voortzetting moet door uw medewerker binnen 9 maanden worden aangevraagd nadat het verlof, het ontslag of de ziekte is ingegaan.