Moet of mag ik aansluiten

Veel medewerkers bouwen via hun werkgever verplicht pensioen bij ons op. Ook werkgevers die niet verplicht zijn om bij PFZW aan te sluiten, kunnen ervoor kiezen om bij ons aan te sluiten als ze uit de sector zorg en welzijn komen.

Bekijk de lijsten hieronder om te zien onder welke branche uw organisatie valt. U kunt ook direct het aanvraagformulier invullen. U hoort binnen 10 werkdagen of uw medewerkers pensioen moeten of mogen opbouwen. Dit kan helaas niet telefonisch.

Verplicht aansluiten

Onderstaande branches bouwen verplicht pensioen bij ons op voor hun medewerkers. Valt uw organisatie onder een van deze branches? Dan moet u pensioen regelen voor uw medewerkers.

Ambulancezorg

De natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die in Nederland het bedrijf uitoefent in het kader van het verlenen of doen verlenen van de in de Wet ambulancevervoer, (Stb. 1971, 369 d.d. 23 april 1971) geregelde ambulancezorg.

Onder ambulancezorg wordt verstaan: zorg, erop gericht een zieke of gewonde ter zake van zijn aandoening of letsel hulp te verlenen en per ambulance te vervoeren, alsmede een Centrale Post voor het Ambulancevervoer c.q. Meldkamer Ambulancezorg voorzover het personeel in dienst is van de natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon of Regionale Ambulancevoorziening.

Uitgezonderd zijn privaatrechtelijke instellingen waaraan een B3 status is toegekend op basis van de Wet Privatisering ABP (Stb. 1995, 639, laatstelijk gewijzigd bij wet van 23 februari 2004, Stb. 2004, 87). 

Huisartsenzorg

  1. de natuurlijke of rechtspersoon die zich (nagenoeg) uitsluitend richt op het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg op praktijk-, wijk- of regioniveau
  2. de rechtspersoon die multidisciplinaire eerstelijns gezondheidszorg verleent, met dien verstande dat dit voor huisartsen uitsluitend van toepassing is voor zover zij in dienst zijn van een rechtspersoon die zonder winstoogmerk binnen het kader van een samenwerkingsovereenkomst tussen tenminste de disciplines huisartsgeneeskunde, maatschappelijk werk en wijkverpleging vanuit een gezamenlijke huisvesting multidisciplinaire eerstelijns hulp verleent
  3. de rechtspersoon die met een onder punt 1 of 2 omschreven werkgever in een groepsverband als bedoeld in artikel 2:24b BW (Stb. 1991, 199) is verbonden en nagenoeg uitsluitend activiteiten verricht die op enigerlei wijze bijdragen aan het verlenen en/of organiseren van huisartsenzorg of multidisciplinaire eerstelijns gezondheidszorg, vast te stellen op basis van de loonsom

Intramurale en/of extramurale zorg

De rechtspersoon, de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap in de zorg (met of zonder verblijf) die de inkomsten in enige mate direct of indirect van de overheid ontvangt en die, al dan niet met winstoogmerk, zorg of hulp verleent in een of meer van de volgende vormen:

  1. hulp bij het huishouden
  2. persoonlijke verzorging
  3. verpleging
  4. begeleiding
  5. behandeling en/of medisch specialistische zorg (inclusief medisch geïndiceerde diagnostisering) al dan niet door (vrij gevestigde) medisch specialisten
  6. verblijf
  7. vaccinaties voortkomend uit het rijksvaccinatieprogramma
  8. jeugdgezondheidszorg
  9. kraamzorg
  10. verslavingszorg
  11. preventie, waarbij het gaat om: 
  • het vroegtijdig opsporen van ziekten of afwijkingen bij risicofactoren
  • het voorkomen van ziekten of gezondheidsproblemen bij symptomen
  • het voorkomen van complicaties en verergeren van gezondheidsproblemen

inclusief de rechtspersoon die in een groepsverhouding is verbonden met en nagenoeg uitsluitend ten dienste staat aan een werkgever die zorg of hulp verleent in een van de vormen vermeld in 1 tot en met 11, vast te stellen op basis van de loonsom;

uitgezonderd:

  • de werkgever die als privékliniek geen van overheidswege gefinancierde zorg verleent;
  • de werkgever die uitsluitend in een of meer van de volgende vormen van (para)medische dienstverlening actief is:
    alternatieve geneeskunst, ambulancezorg, apotheek werk, chiropractie, diëtetiek, ergotherapie, fysiotherapie, (gespecialiseerde) tandheelkundige zorg, huidtherapie, huisartsenzorg, jeugdzorg, laboratoriumwerk, logopedie, mondhygiëne, oefentherapie Cesar / Mensendieck, optometrie, orthoptie, podotherapie, radiodiagnostisch, radiotherapeutisch laboratoriumwerk, verloskunde, verloskundig en/of gynaecologisch echoscopisch onderzoek, vervaardigen van tandprothesen. Zodra een werkgever zoals hiervoor omschreven daarnaast in enige vorm actief is in medisch specialistische behandeling, valt deze werkgever wel onder de werkingssfeer van de verplichtstelling,
  • de werkgever die de activiteiten in de generalistische basis geestelijke gezondheidszorg uitsluitend verricht en/of laat verrichten zonder betrokkenheid van een medisch specialist. Zodra een werkgever zoals hiervoor omschreven daarnaast in enige vorm activiteiten verricht in gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg en/of medisch specialistische behandeling, valt deze werkgever wel onder de werkingssfeer van de verplichtstelling, en
  • de overheidswerkgever in de zin van de Wet Privatisering ABP (Stb. 1995, 639, laatstelijk gewijzigd bij wet van 23 december 2015 Stb. 2015 553);

Jeugdzorg

De rechtspersoon die nagenoeg uitsluitend de navolgende voorzieningen van jeugdzorg in stand houdt c.q. beheert:

1. Alle vormen van ambulante hulpverlening en therapeutische interventies gericht op de individuele jeugdige of het gezin, waaronder:

  • opvoedcursussen
  • intensieve (ortho)pedagogische gezinsbegeleiding
  • spelbegeleiding
  • speltherapie
  • creatieve therapie
  • vaardigheidstrainingen gericht op het omgaan met specifiek probleemgedrag van jeugdigen
  • specifieke aanpak van gedragsproblemen van jeugdigen
  • individuele begeleiding en training van jeugdigen of hun ouders
  • kindertelefoons
  • jongerenadviescentra
  • adviesbureaus voor jeugd en gezin

2. (deeltijd) verblijf in een accommodatie van een zorgaanbieder of verblijf bij een pleegouder ter vervanging van de gezinssituatie, in verband met psychosociale, psychische of gedragsproblemen waaraan het gezin het hoofd niet kan bieden of tijdens voogdij of voorlopig voogdij van een bureau jeugdzorg, waaronder: 

  • voorzieningen voor crisisopvang
  • observatietehuizen
  • tehuizen voor opvoeding en verzorging
  • tehuizen voor buitengewone behandeling
  • gezinshuizen

3. de medische kindertehuizen, waaronder worden verstaan tehuizen waarin aan jeugdigen wier lichamelijke of geestelijke gezondheid is aangetast of in ernstige mate wordt bedreigd hulp wordt geboden bestaande uit geneeskundig onderzoek en observatie en geneeskundige behandeling door artsen in samenwerking met andere deskundigen, alsmede verpleging en verzorging gedurende dag en nacht.

4. de medische kleuterdagverblijven, waaronder worden verstaan voorzieningen waarin aan jeugdigen bij wie een stoornis in de ontwikkeling is opgetreden of dreigt op te treden ten gevolge van een samenloop van lichamelijke of geestelijke en maatschappelijke factoren hulp wordt geboden, bestaande uit:

  • geneeskundig onderzoek en geneeskundige behandeling door een kinderarts in samenwerking met andere deskundigen, alsmede verzorging gedurende de dag of een gedeelte daarvan
  • de begeleiding van het gezin waartoe het kind behoort

5. de bureaus jeugdzorg alsmede voorzieningen voor observatiediagnostiek ten behoeve van het stellen van een indicatie voor jeugdzorg.

6. de particuliere justitiële jeugdinrichtingen zoals bedoeld in artikel 1 onder C van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Stb 2000,481).

Kinderopvang

de natuurlijke persoon of rechtspersoon die: 

  1. tegen vergoeding kinderopvang (met uitzondering van het overblijven) verzorgt voor kinderen van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Deze kinderopvang omvat: 
    a. dagopvang
    b. voor-, tussen-, buiten- en naschoolse opvang
    c. peuteropvang (peuterspeelzaalwerk)
    d. (bemiddeling bij) gastouderopvang
    en/of 
  2. tegen vergoeding begeleidende en/of ondersteunende diensten verricht ten behoeve van kinderopvang

Kunstzinnige vorming

  1. ​de rechtspersoon die uitsluitend of in overwegende mate zonder winstoogmerk lessen, cursussen en/of projecten verzorgt op het terrein van de muzikale vorming en/of op één of meer terreinen van de audiovisuele, beeldende, dansante of dramatische vorming, al dan niet gecombineerd met literaire vorming, dan wel zich daarmee uitsluitend of in overwegende mate bezighoudt
  2. de rechtspersoon die één of meer elementen van de begeleiding gericht op ontwikkeling en vernieuwing van beleid en uitvoering, alsmede op verbetering van kwaliteit van activiteiten op het terrein van kunstzinnige vorming vervult, al dan niet op landelijk niveau, op één of meer dan de onder 1 bedoelde terreinen, indien deze rechtspersoon deswege geheel of gedeeltelijk gesubsidieerd wordt door de rijks-, provinciale en/of gemeentelijke overheid
  3. de Vereniging van Centra voor de Kunsten, gevestigd te Utrecht.

Protestantse Kerk in Nederland

Een gemeente, diaconie, classis, de evangelisch-lutherse synode of de kerk dan wel een kerkelijke instelling als bedoeld in ordinantie 11-26 dan wel een protestantse stichting als bedoeld in artikel 2 van de Generale regeling stichtingen, voor wat betreft de medewerker, die met de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft gesloten.

Rechtsbijstand

  1. de Raad voor de Rechtsbijstand die de verzoeken om toevoeging van een rechtsbijstandverlener beoordeelt
  2. de publiekrechtelijke stichting Het Juridisch Loket, verantwoordelijk voor gratis juridisch advies en informatie

Sport

De rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin dan wel deze sportbeoefening te bevorderen, uitgezonderd:

  • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport
  • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau en/of diens rechtsopvolgers, dat bij een lokale vereniging te werk is gesteld
  • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie
  • (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB

Tandartsen

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die als tandarts of tandarts-specialist tandheelkundige zorg verleent, voor wat betreft dat deel van de werknemers dat de functie vervult van tandartsassistent of tandartsassistent-plus.

Meer lezen

Tandtechniek

Werkgever in de tandtechniek is elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die:

a)    zich in hoofdzaak richt op het vervaardigen en/of repareren van tandtechnische werkstukken;

b)    zich niet in hoofdzaak richt op het vervaardigen of repareren van tandtechnische werkstukken, maar wel in hoofdzaak bedrijfsactiviteiten verricht in de mondzorg, alleen geldend voor zijn werknemers die hoofdzakelijk tandtechnische werkstukken vervaardigen en/of repareren. 

Onder tandtechnische werkstukken wordt verstaan alle werkstukken bestemd voor regulering, vervanging of herstel van gebitselementen, zoals bijvoorbeeld kronen, bruggen, (frame)protheses en regulatie-apparatuur.

Toneel en dans

Werkgever in de toneel en dans is elke in Nederland gevestigde rechtspersoon die:

  • uitsluitend of in hoofdzaak toneel en/of dans produceert en/of uitvoert, gemeten naar ten minste 50% van de loonsom van de organisatie én die
  • op basis van continuïteit toneel en/of dans produceert en/of uitvoert, door ten minste één toneel- en/of dansproductie per jaar of per seizoen uit te brengen of te hernemen. Daarbij geldt dat de totale periode waarin deze productie(s) wordt of worden voorbereid, gerepeteerd en/of opgevoerd tenminste 6 maanden duurt gemeten in een periode van 1 kalenderjaar.

De verplichte aansluiting vangt aan per 1 januari van het jaar na het hierboven genoemde kalenderjaar.

Toneel en/of dans wordt in de ruimste zin van het woord opgevat, met of zonder muziek en/of tekst, voor alle leeftijds- en publieksgroepen, op podia of op locatie. Toneel en/of dans kan elementen bevatten van andere (podium)kunstdisciplines.

Uitgezonderd zijn producties die uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit muziek, opera, operette, musical, cabaret, poppenspel en circus. 

Welzijnswerk en maatschappelijke dienstverlening

De rechtspersoon die de inkomsten geheel of ten dele direct of indirect ontvangt uit zorgverzekeringen of van de overheid en die, al dan niet met winstoogmerk, voor meer dan 50% van de inkomsten maatschappelijke zorg of hulp verleent in een van de volgende vormen:

1. sociaal-cultureel werk

  • sociaal-culturele, educatieve, vormende en/of recreatieve activiteiten, die algemeen toegankelijk zijn en bevorderlijk kunnen zijn voor de maatschappelijke participatie en/of ontplooiing van individuen en/of groepen.
  • activerende, ondersteunende en/of belangenbehartigende activiteiten gericht op bevordering van de leefbaarheid en het welzijn van (groepen van) burgers in hun woon- en leefomgeving en/of op de participatie aan en emancipatie in de samenleving van (groepen van) burgers
  • vrijwilligerscentrales die als doel hebben het stimuleren, ondersteunen en/of bemiddelen ten behoeve van vrijwilligerswerk.
  • (ondersteuning van) jeugd- en jongerenwerk.
  • activiteiten gericht op bevordering van de maatschappelijke participatie van jongeren en het voorkomen van maatschappelijke uitval van jongeren.

2. welzijn minderheden, vluchtelingen en asielzoekers

  • activiteiten gericht op de (medische) opvang, introductie, maatschappelijke oriëntatie en/of integratie van (etnische) minderheden, vluchtelingen en asielzoekers alsmede activiteiten gericht op begeleiding, ondersteuning en deskundigheidsbevordering van organisaties die zich richten op (etnische) minderheden, vluchtelingen en asielzoekers.
  • tolkencentra voor zover deze nagenoeg uitsluitend activiteiten verrichten ten behoeve van minderheden.
  • zelforganisaties van minderheden (mits deze organisaties niet tevens politieke doelstellingen hebben).

3. maatschappelijke dienst- en hulpverlening

  • sociaal raadsliedenwerk: kosteloze en laagdrempelige sociaal-juridische advisering op een zeer breed terrein.
  • telefonische hulpdiensten: informatieverstrekking, advisering en dienstverlening als eerste opvang aan personen bij verwerking van gebeurtenissen en omstandigheden die ingrijpen in hun leven en/of verstoorde of onvoldoende aanwezige relaties tussen mensen en hun sociale omgeving.
  • ambulante hulpverlening aan vrouwen en mannen op het gebied van zwangerschap, ouderschap, seksueel geweld, adoptie en/of kindafstand, slachtofferhulp opvang, dienstverlening en/of ondersteuning - zowel emotioneel, praktisch als juridisch - aan slachtoffers van misdrijven en verkeersongevallen.
  • algemeen en specifiek maatschappelijk werk.
  • schuldhulpverlening: advisering, praktische hulpverlening en/of bemiddeling bij het verantwoord (leren) omgaan met een huishoudbudget en / of het oplossen van een schuldprobleem.

4. maatschappelijke opvang

  • het bieden van korte of meer langdurige opvang en psychosociale begeleiding aan personen die (tijdelijk) niet beschikken over eigen woonruimte of die hun woonomgeving hebben verlaten, waaronder dak- en thuislozenzorg, algemene (crisis)opvangcentra, vrouwen(crisis)opvangcentra, blijf-van-mijn-lijf huizen, centra voor intensieve opvang, begeleid wonen en sociale pensions.
  • herstellingsoorden: het bieden van residentiële, kortdurende, somatische en/of psychosomatische hulpverlening aan personen die na ziekte, medische behandeling of ten gevolge van mentale overbelasting (door lichamelijke oorzaken) gedurende 24 uur per dag tijdelijk opvang, begeleiding en verpleging behoeven, waarbij de hulpverlening is gericht op terugkeer naar een zelfstandig maatschappelijk functioneren van het individu.

5. welzijn ouderen

  • ambulante praktische dienstverlening op materieel gebied en/of recreatieve activiteiten voor individuele en groepen ouderen, die bevorderlijk kunnen zijn voor hun individuele welzijn, gezondheid, maatschappelijke participatie en/of zelfredzaamheid.
  • activiteiten, direct of indirect gericht op het bevorderen van het maatschappelijk functioneren, de begeleiding of verpleging en verzorging of de belangenbehartiging van ouderen.

6. welzijn gehandicapten

activiteiten, direct of indirect gericht op het bevorderen van de maatschappelijke integratie en ontplooiing of de belangenbehartiging van lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapten.

7. emancipatie, pleitbezorging, voorlichting, belangenbehartiging en bestrijding discriminatie ten behoeve van vrouwen, homoseksuelen, alleenstaanden, gezinnen, ouderen en minderheden.

Vrijstelling van verplichte deelname

PFZW vindt de collectieve en solidaire uitgangspunten bij de pensioenregeling heel belangrijk. Alle werkgevers die vallen onder de verplichtstelling van PFZW moeten in principe aansluiten. PFZW is daarom erg terughoudend in het bieden van vrijstellingen naast de verplichte vrijstellingsgronden.

Voorwaarden van vrijstelling

Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om vrijstelling te krijgen voor de pensioenregeling van PFZW.

Wettelijke vrijstelling

De wet regelt de vrijstelling van deelname bij PFZW. De mogelijkheden voor vrijstelling staan in het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. En in de Regeling gemoedsbezwaarden Wet Bpf 2000. Kijk voor de wetteksten in de volgende artikelen:

  • In artikel 2 tot en met 5 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 staan de regels voor vrijstellingen die PFZW moet geven.
  • Artikel 6 van dat besluit biedt aan PFZW ruimte om in door PFZW bepaalde gevallen vrijstelling te geven.

Situaties waarvoor PFZW een eigen vrijstellingsbeleid heeft

In de volgende twee situaties geeft PFZW een beleidsmatige vrijstelling:

1.    Artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000

Een werkgever moet bij PFZW aansluiten vanaf het moment dat de werkgever bedrijfsactiviteiten heeft die in de verplichtstelling van PFZW staan.

Voldoet een werkgever niet aan de voorwaarden voor een verplichte vrijstelling? Dan kan de werkgever een beleidsmatige vrijstelling vragen. De vrijstelling geldt dan voor het verleden. En uiterlijk tot het jaar waarin PFZW vaststelt dat de werkgever bij PFZW moet aansluiten. De werkgever moet in die periode wel een eigen gelijkwaardige pensioenregeling hebben (gehad).

2.    Vrijstelling aan werkgevers van beroepsgenoten in loondienst (SPMS of SPF)

De beroepsgenoten namen tijdens de periode in het verleden deel aan de regeling van SPMS of SPF. Medisch specialisten die deelnamen in SPMS krijgen over het verleden vrijstelling.

Voor fysiotherapeuten (SPF) geldt een extra voorwaarde. Namelijk: alle werknemers moeten in de plusregeling mee doen. Voor de werknemers die oorspronkelijk in de basisregeling zaten, legt SPF daarvoor 33% extra premie in. Deze premie legt SPF in over de hele periode in het verleden. Elke vijf jaar beoordelen we de regelingen van SPMS en SPF. We controleren of ze nog gelijkwaardig zijn aan de regeling van PFZW.

Belangrijke voorwaarden bij een beleidsmatige vrijstelling

  • De eigen pensioenregeling moet actuarieel en financieel gelijkwaardig zijn aan de regeling van PFZW. Dit moet over de hele periode van vrijstelling het geval zijn. Het is belangrijk dat de werkgever een gelijkwaardigheidsrapport aanlevert bij PFZW. Op basis hiervan beoordelen wij of de eigen pensioenregeling gelijkwaardig is.
  • Valt een werkgever met terugwerkende kracht onder de verplichtstelling van PFZW? En is er ergens anders al een pensioenvoorziening die niet gelijkwaardig is? Dan mag de werkgever die regeling bij de oude pensioenuitvoerder gelijkwaardig maken. Kan dat niet meer bij de oude pensioenuitvoerder? Dan kan de werkgever de regeling gelijkwaardig laten maken bij PFZW. Daardoor wordt de pensioenregeling toch nog gelijkwaardig en kunnen we vrijstelling van de regeling van PFZW bieden. Het kan dan gaan om een afgebakende periode in het verleden.
  • Wij brengen geen verzekeringstechnisch nadeel in rekening. Ook al had de werkgever bij PFZW aangesloten moeten zijn.

Let op: We beoordelen elke aanvraag tot beleidsmatige vrijstelling afzonderlijk. PFZW kan een verzoek afwijzen. Een werkgever krijgt hiervan altijd een onderbouwing.

Vrijstelling voor gemoedsbezwaarden

Een gemoedsbezwaarde heeft gemoedsbezwaren tegen iedere vorm van verzekering. In dat geval kan de werkgever vrijstelling aanvragen. De werkgever moet dan aan het volgende voldoen:

  • de voorwaarden opgenomen in de Regeling gemoedsbezwaarden Wet Bpf 2000;
  • de Uitvoeringsregeling gemoedsbezwaarden (bijlage c van het Pensioenreglement van PFZW)

Voldoet u niet aan de bovengenoemde voorwaarden?

Dan geeft PFZW geen vrijstelling.

Contractueel aansluiten

Organisaties die werken in de sector zorg en welzijn maar niet verplicht pensioen opbouwen, mogen contractueel aansluiten. Valt uw organisatie onder een van deze branches? Dan mag u waarschijnlijk pensioen regelen voor uw medewerkers.

Gezondheidszorg

Hieronder vallen in ieder geval:

  • psychologenpraktijken die uitsluitend actief zijn in de Basis GGZ 
  • arbodiensten
  • bemiddelingsbureaus zorg
  • payrollbedrijven en uitzendbureaus (voor minimaal 80% op de zorg gericht)
  • verloskunde
  • diëtetiek
  • centra voor alternatieve geneeskunde
  • bloedbanken
  • abortusklinieken

Verpleging, verzorging en begeleiding (inclusief woondiensten)

Hieronder vallen in ieder geval:

  • serviceflats
  • bewindvoering
  • gehandicaptenvervoer

Welzijn en maatschappelijke dienstverlening

Hieronder vallen in ieder geval alle vormen van welzijn:

  • rechtsbijstand
  • uitvaartverzorging en crematoria
  • patiënten- en consumentenorganisatie
  • fondsenwerving in zorg en welzijn mits met CBF-keurmerk
  • internationale (ontwikkelings)samenwerking
  • werknemersorganisaties
  • werkgeversorganisaties in zorg en welzijn
  • sociale fondsen in zorg en welzijn
  • beroepsverenigingen in zorg en welzijn
  • diergeneeskunde en dierenwelzijn
  • familieverblijven bij ziekenhuizen

Cultuur, sport en verblijfsrecreatie

Hieronder vallen in ieder geval:

  • musea
  • muziekuitvoering
  • schouwburg
  • film en nieuwe media
  • fitnesscentra
  • plaatselijke sportverenigingen
  • VVV's
  • jeugdherbergen
  • bungalowparken

Religie

Uitsluitend voor zover er banden bestaan tussen deze werkgevers en de voorlopers van het fonds. Hieronder vallen instellingen organisaties van rooms-katholieke of PKN-herkomst:

  • ​Kloosters en congregaten
  • Missie en zending
  • Dekenaten en parochies
  • Gemeenten en kerken

Ondersteunende diensten specifiek voor sector zorg en welzijn

Hieronder vallen werkgevers die ondersteunende diensten aanbieden die exclusief voorwaardenscheppend zijn voor de sector zorg en welzijn. Bij ondersteunende diensten gaat het bijvoorbeeld om activiteiten op het gebied van technologisch innoverende dienstverlening.

Met technologisch innoverende dienstverlening wordt o.a. bedoeld: 

  • het ontwikkelen van digitale patiënten-portals voor huisartsenpraktijken.
  • technologische innovaties waarmee “op afstand” patiënten/cliënten kunnen worden gevolgd.
  • de ontwikkeling en distributie van robotrollators.

Uw organisatie moet wel aan de volgende voorwaarden voldoen.

1. Uw organisatie sluit aan voor 10 jaar

Uw organisatie is niet verplicht en kiest ervoor om pensioen bij PFZW op te bouwen voor uw medewerkers. Dit geldt voor een periode van 10 jaar. Na die 10 jaar kunt u deze periode opnieuw verlengen met 10 jaar.

2. Alle medewerkers bouwen pensioen op

Alle medewerkers hebben het recht om pensioen op te bouwen bij PFZW. Dat betekent dat u alle medewerkers moet aanmelden.

3. Uw organisatie heeft een arbeidsvoorwaardenregeling, eigen cao óf cao uit de sector zorg en welzijn

3.1. Een cao uit de sector zorg en welzijn
Dit betekent dat uw organisatie een cao uit de sector zorg en welzijn heeft. 

3.2. Een cao op ondernemingsniveau
Dit betekent dat uw organisatie een eigen cao heeft. De cao moet wel afgesproken zijn met een vakbond die betrokken is bij de verplichtstelling van PFZW.

3.3. Een arbeidsvoorwaardenregeling
Dit betekent dat uw organisatie een eigen arbeidsvoorwaardenregeling heeft in plaats van een cao. De arbeidsvoorwaardenregeling is afgesproken met:

  • een vakbond die betrokken is bij de verplichtstelling van PFZW.
  • een personeelsvertegenwoordiging (bijv. een ondernemingsraad). Een van de leden moet zijn voorgedragen door een vakbond die betrokken is bij de verplichtstelling van PFZW.