Veelgestelde vragen pensioen 2025

PFZW heeft met het overbruggingsplan beleid vastgesteld voor het verhogen van de pensioenen op weg naar de nieuwe pensioenregeling. Hoe hoog de indexatie per 1 januari 2025 wordt is afhankelijk van de inflatie en dekkingsgraad op peildatum 30 september 2024.

Andere pensioenfondsen kunnen het beleid anders inrichten omdat hun doelen voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling anders zijn of omdat de omstandigheden zoals de financiële positie verschillen. 

De manier waarop wij berekenen of en hoe we de pensioenen kunnen verhogen, is voor 2025 iets aangepast. Dit is aangepast, omdat de vakbonden en werkgeversorganisaties afspraken hebben gemaakt voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling die naar verwachting op 1 januari 2026 plaatsvindt. Het doel is om voor al onze deelnemers evenwichtig de overstap te kunnen maken naar de nieuwe pensioenregeling. Dat betekent dat we de pensioenen op 1 januari 2025 alleen kunnen verhogen als de dekkingsgraad op 30 september 2024 110% of hoger was.  Op deze peildatum was de dekkingsgraad 109,8% daarmee is er helaas geen ruimte  om in 2025 de pensioenen te verhogen.

Er zijn twee redenen voor voorzichtigheid:

• Alle reserves nu in één keer aanspreken, is niet verstandig. Ook willen we de kans zo klein mogelijk houden dat we de pensioenen de komende jaren moeten verlagen. Daarom zijn we nu voorzichtig, zeker omdat de economische verwachtingen erg onzeker zijn.
• Een tweede reden voor voorzichtigheid is de komende overstap naar de nieuwe pensioenregeling. Om die overstap voor iedereen goed te kunnen regelen, helpt het als we wat reserves achter de hand houden. 

PFZW verwacht op 1 januari 2026 de nieuwe pensioenregeling in te voeren. In de aanloop naar dat moment zijn we voorzichtig met het verhogen van de pensioenen. We willen zeker weten dat we op 1 januari 2026 een gezonde financiële positie hebben. Om zo voor al onze deelnemers evenwichtig de overstap te kunnen maken naar de nieuwe pensioenregeling. 

De vakbonden en werkgeversorganisaties hebben begin 2024 afspraken gemaakt over de nieuwe pensioenregeling. Ook gepensioneerden hebben via ouderenorganisaties hiermee ingestemd.

Door deze afspraken is de manier waarop we het verhogen van de pensioenen berekenen voor 2025 iets aangepast.

In 2024 kon PFZW de pensioenen verhogen vanaf een dekkingsgraad van 105%. In 2025  vanaf een dekkingsgraad van 110%. 

Rekenvoorbeelden 2025

Op basis van de prijsinflatie en onze dekkingsgraad van 30 september 2024 moesten we besluiten dat wij uw pensioen in 2025 niet verhogen.

Bij €100 pensioen per maand en 3,5% prijsinflatie op 30 september 2024:

• Dekkingsgraad 110% (en lager): wij verhogen uw pensioen niet
• Dekkingsgraad 112%: wij verhogen uw pensioen met €0,90 per maand
• Dekkingsgraad 114%: wij verhogen uw pensioen met €1,80 per maand
• Dekkingsgraad 116%: wij verhogen uw pensioen met €3,10 per maand
• Dekkingsgraad 117% (en hoger): wij verhogen uw pensioen met €3,50 per maand

Aan de bovenstaande rekenvoorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. De getoonde resultaten zijn alleen bedoeld ter illustratie en geven geen garantie voor toekomstige uitkomsten.

Berekeningsvoorbeelden 2024:

Met de berekeningswijze van vorig jaar zou dat gaan bij €100 pensioen per maand en 3,5% prijsinflatie om verhogingen van:

• Dekkingsgraad 105% (en lager): geen verhoging
• Dekkingsgraad 110%: verhoging met €0,90 per maand
• Dekkingsgraad 112%: verhoging met €1,80 per maand
• Dekkingsgraad 114%: verhoging met €2,70 per maand
• Dekkingsgraad 116% (en hoger): verhoging met €3,50 per maand

Aan de bovenstaande rekenvoorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. De getoonde resultaten zijn alleen bedoeld ter illustratie en geven geen garantie voor toekomstige uitkomsten.

Uw pensioen is per 1 januari 2024 verhoogd. 

(1) Consumentenprijsindex (cpi) van CBS ‘niet afgeleid’.
(2) Per 1 januari 2022 is het pensioen niet verhoogd. 

Een overbruggingsplan maakt het mogelijk om, in aanloop naar de nieuwe pensioenregeling, soepelere regels toe te passen zodat de pensioenen eerder mee kunnen stijgen met de prijsstijgingen. PFZW heeft het overbruggingsplan op 1 juli 2024 ingediend bij DNB (De Nederlandsche Bank). Doordat we van die soepelere regels gebruik maken, konden we de pensioenen sinds 2022 gelukkig weer verhogen. In drie stappen stegen de PFZW-pensioenen met in totaal 13%.

Tot onze grote spijt moeten we nu echter de conclusie trekken dat een nieuwe verhoging in 2025 niet mogelijk is.

De  reden om de pensioenen niet voor de vierde keer op rij te verhogen, is dat we op 1 januari 2026 willen overstappen naar de nieuwe pensioenregeling. Die overstap willen we goed kunnen doen, en we willen de afspraken nakomen die vakbonden en werkgevers daarover hebben gemaakt. Om dat mogelijk te maken, moeten we financieel gezond zijn. Daarom zijn we nu extra voorzichtig. Alleen dan kunnen we er voor zorgen dat iedereen die bij PFZW pensioen opbouwt of ontvangt, een minstens even hoog pensioen houdt.

Om straks gezond over te stappen naar de nieuwe pensioenregeling, hebben we afgesproken dat we de pensioenen alleen verhogen als we op 30 september 2024 een dekkingsgraad hebben van 110% of hoger. Die lat haalden we nu net niet; het was 109,8%. 

Was de dekkingsgraad op peildatum 30 september 2024 hoger dan 110%? Dan konden wij de pensioenen verhogen tot 2,2% bij 115%. Was de dekkingsgraad hoger dan 115%? Dan was er meer ruimte geweest om de pensioenen te verhogen. We kunnen de pensioenen nooit meer verhogen dan de prijsinflatie.

In het overbruggingsplan beschrijft het pensioenfonds de financiële situatie van het pensioenfonds in de overbruggingsperiode tot de nieuwe pensioenregeling. En hoe het pensioenfonds hiermee aan de wettelijke eisen voldoet. Het overbruggingsplan bevat een beschrijving van de concrete maatregelen.
Meer lezen over de nieuwe pensioenregeling.  

Het overbruggingsplan heeft een looptijd tot het moment dat de nieuwe pensioenregeling ingaat, nu gepland voor 1 januari 2026. Voor 1 juli 2025 actualiseert PFZW het overbruggingsplan. 

Sinds 2022 hebben we de pensioenen meerdere keren gelukkig wel kunnen verhogen, met in totaal ruim 13%. De jaren daarvoor lukte dat door de huidige wettelijke regels helaas niet. De vakbonden en werkgeversorganisaties hebben daarom afspraken gemaakt over hoe we bij het omzetten naar de nieuwe regels omgaan met de jaren dat we niet konden indexeren. Zij hebben de opgelopen achterstand meegenomen bij het vormgeven van de nieuwe pensioenregeling. Als we er bij het omzetten goed voorstaan en er extra vermogen is om te verdelen, verdelen we dat gelijk over iedereen én vullen we de gezamenlijke reserve extra aan. Daarmee doen we wat extra’s ten opzichte van de standaardregels.