18-07-2022 | Met de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen biedt het kabinet meer ruimte voor maatwerk in het arbeidsvoorwaardelijk pensioen. De wet is onderdeel van het nieuwe pensioenstelsel en sinds 1 januari 2021 in werking. Lees hieronder wat de wet inhoudt.
Voor u als werkgever is het mogelijk om met oudere medewerkers afspraken te maken over eerder stoppen met werken, zonder dat daar een heffing over betaald moet worden. Van 2021 tot en met 2025 betaalt u geen heffing over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing). Dit geldt tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW. Voorwaarde hiervoor is dat uittreding plaatsvindt in de laatste drie jaar vóór de AOW-leeftijd.
Om uw medewerkers meer mogelijkheden te bieden om eerder te stoppen met werken, is het aantal weken belastingvrij verlofsparen verdubbeld. Als werkgever kunt u extra verlof toezeggen door bijvoorbeeld overwerk (deels) te belonen met extra verlofopbouw. De verruiming van het verlofsparen geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021.
Uw medewerkers krijgen het recht om bij pensionering maximaal 10% van de waarde van het opgebouwde ouderdomspensioen op te nemen als bedrag ineens. De resterende levenslange pensioenuitkering gaat na opname naar evenredigheid omlaag. Dit betekent dat de maandelijkse uitkering ook lager wordt. Het bedrag ineens is vrij besteedbaar en biedt uw medewerkers de mogelijkheid om keuzes te maken die passen bij hun persoonlijke situatie.
De wet is alleen nog niet officieel goedgekeurd en het is nog onzeker of 'bedrag ineens' zal worden ingevoerd. De ingangsdatum is namelijk al meerdere keren uitgesteld en binnenkort spreekt de Tweede Kamer hier weer over.