04-11-2022 | Deze week begon de Tweede Kamer met de plenaire behandeling van de Wet toekomst pensioenen. In de Kamer bestaan er bij een aantal partijen nog zorgen over de hervorming van ons pensioenstelsel. Die zorgen leven niet alleen in de Kamer, maar ook bij een deel van de werknemers en vooral bij gepensioneerden. Dat is begrijpelijk, want de belangen zijn groot. Het gaat immers om het (toekomstige) inkomen van miljoenen mensen en om een enorme pot met geld.
Toch ben ik ervan overtuigd dat het nu tijd is om ons pensioenstelsel aan te passen aan de veranderende omstandigheden. En ik ben er ook van overtuigd dat de nieuwe spelregels zoals die nu in de Wet toekomst pensioenen in de Kamer worden besproken, ons pensioenstelsel sterker maken.
Een goed pensioen is een pensioen dat kan meegroeien met de stijgende prijzen. Als dat niet kan, dan raakt je boodschappenkarretje op termijn steeds leger. We hebben de afgelopen jaren gezien dat onder de huidige regels de pensioenen niet omhoog konden, ondanks de hoge rendementen van pensioenfondsen. Sterker nog, er was een voortdurende dreiging van pensioenverlaging. En nu de rendementen bijzonder slecht zijn, praten we over het verhogen van de pensioenen. Dat is niet uit te leggen. Het nieuwe pensioenstelsel gaat dat veranderen. We gaan toe naar een pensioen dat makkelijker mee kan stijgen. De pensioenen kunnen straks in slechte tijden ook dalen, net als nu het geval is. Maar in de nieuwe regeling kunnen we die kans behoorlijk klein maken. Alleen na meerdere jaren met negatieve rendementen moeten pensioenen worden verlaagd. Dat kan doordat we, net als nu, de belangrijkste risico’s samen blijven delen.
Een belangrijke verandering is dat we straks minder reserves hoeven aan te houden, doordat we stoppen met de dure schijnzekerheid van het huidige stelsel. Daardoor is er in het nieuwe stelsel meer ruimte voor pensioenverhogingen. Er komt straks natuurlijk niet vanzelf meer geld bij. Maar er komt dus wel geld vrij.
Een van de zorgen die er spelen, is de vraag of de overgang naar het nieuwe pensioen wel zorgvuldig gebeurt. Die zorgvuldigheid is inderdaad van het grootste belang. Daarom ligt de nieuwe wet er ook pas na meer dan tien jaar denken, praten, onderzoeken, rekenen en puzzelen. Wetenschappers en mensen uit de praktijk dachten mee en de kiezer kon zich er bij verschillende verkiezingen over uitspreken. En uiteindelijk kwam de politiek met werkgevers en werknemers tot een akkoord dat aan de basis stond van de nieuwe wet. Want laten we niet vergeten dat pensioen geregeld én betaald wordt door werkgevers en werknemers. Zij zijn dan ook, samen met gepensioneerden, de baas van onze pensioenfondsen. En zij hebben maar één belang: een goed en betaalbaar pensioen voor iedereen die meedoet. Voor de gepensioneerden van vandaag, van morgen en van overmorgen. Voor jong en oud dus.
Zorgvuldigheid was er niet alleen bij de totstandkoming van het pensioenakkoord en de nieuwe wet. Die zorgvuldigheid zal er ook zijn bij de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. Met de voorbereidingen daarvoor zijn we al een hele tijd bezig en als de wet deze zomer ingaat, hebben we nog een aantal jaren de tijd om alles voor iedereen goed te regelen. Er zijn bovendien allerlei waarborgen die ervoor zorgen dat de overgang eerlijk verloopt. We zorgen daar -samen met ons verantwoordingsorgaan (Pensioenraad) en Raad van Toezicht- zelf voor. Ook wisselen we kennis uit met andere fondsen én de toezichthouders De Nederlandsche Bank en de AFM kijken over onze schouders kritisch mee. En daar zijn we blij mee.
De spanningen in de wereld zijn groot, de economie is onrustig en de inflatie is torenhoog. Moeten we in die omstandigheden wel gaan hervormen? Ik denk van wel en ik denk ook dat dit het juiste moment is. Na jaren praten en onderhandelen is het tijd om ons pensioen klaar te maken voor de toekomst. We stappen bovendien niet morgen over naar het nieuwe stelsel. Maar om dat over een aantal jaar, na grondige voorbereiding, te kunnen doen is nú een nieuwe wet nodig. Ik wens de Tweede Kamer veel wijsheid toe.
Joanne Kellermann
Voorzitter bestuur PFZW