Meest gestelde vragen en antwoorden over de nieuwe pensioenregeling

Sociale partners stellen ons regelmatig vragen over de nieuwe pensioenregeling. Onderstaand vindt u een overzicht van antwoorden op veel voorkomende vragen per onderwerp. Sociale partners hebben samen afspraken gemaakt over de nieuwe pensioenregeling van PFZW die vanaf 1 januari 2026 gaat gelden. De afspraken staan in het transitieplan. PFZW werkt de nieuwe pensioenregeling nu verder uit. Dit kan betekenen dat de antwoorden op sommige vragen nog wijzigen. Bezoek regelmatig deze pagina voor actuele informatie.

Proces

Is er een verschil tussen het transitieplan en het implementatieplan?

Ja, het transitieplan is opgesteld door de onderhandelende sociale partners die zijn vertegenwoordigd aan de Pensioentafel Zorg en Welzijn. Het implementatieplan wordt opgesteld door het bestuur van PFZW. In het transitieplan staan vooral de keuzes die de sociale partners hebben gemaakt over de invulling van de nieuwe pensioenregeling. In het implementatieplan staat vooral hoe en wanneer PFZW de nieuwe regeling gaat uitvoeren. 

Wat houdt het overbruggingsplan in?

In 2026 worden de huidige pensioenaanspraken van alle deelnemers van PFZW omgezet naar de nieuwe regeling. Omdat PFZW kiest voor ‘omzetten’, mogen we tijdens de transitieperiode gebruik maken van transitieregels die gaan over het verhogen en verlagen van het pensioen. Dit heet het Transitie-FTK (ook wel: transitie financieel toetsingskader). Het bestuur van PFZW heeft in 2023 ervoor gekozen om hier gebruik van te maken. Daar hoort een verplicht overbruggingsplan bij, dat in plaats komt van het herstelplan. In het overbruggingsplan beschrijven we onder andere de financiële situatie tijdens de transitieperiode tot het moment van omzetten en onderbouwen we waarom het overbruggingsplan in het belang is van alle deelnemersgroepen. DNB moet instemming verlenen voor het uitvoeren van het plan. 

Wat houdt het wettelijk verplichte communicatieplan in?

In de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit uitvoering Pensioenwet staat de verplichting dat alle pensioenuitvoerders een schriftelijk communicatieplan opstellen en aanleveren bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). In dit plan staat hoe PFZW deelnemers informeert in de transitieperiode. Een belangrijk onderdeel is wat PFZW over de (persoonlijke) gevolgen van de transitie voor de pensioenopbouw of het pensioeninkomen communiceert aan haar deelnemers. De AFM houdt toezicht op het communicatieplan en (achteraf) de uitvoering ervan. Het communicatieplan is onderdeel van het implementatieplan.

Bijna met pensioen

Hebben medewerkers die met pensioen gaan in de nieuwe regeling dezelfde keuzemogelijkheden als in de huidige pensioenregeling?

Medewerkers hebben in de huidige pensioenregeling en in de nieuwe pensioenregeling dezelfde keuzemogelijkheden. Zij kunnen bijvoorbeeld hun pensioen eerder of later laten ingaan, kiezen voor eerst een hoger of lager pensioen of andersom, of voor deeltijdpensioen. En zij kunnen het ouderdomspensioen ruilen voor een hoger partnerpensioen of andersom.

Kunnen medewerkers die tegen hun pensioen aanzitten beter in de regeling die er nu is met pensioen gaan of wachten tot de nieuwe pensioenregeling?

Financieel gezien kan het uitmaken of deelnemers net vóór of net na 1 januari 2026 met pensioen gaan. Wanneer zij met pensioen gaan, kunnen zij verschillende keuzes maken over hoe zij hun pensioen willen inrichten. Zij kunnen bijvoorbeeld eerder of later met pensioen gaan. Of  kiezen om eerst een periode een hoger pensioen te ontvangen en daarna een lager pensioen. De nieuwe regels voor pensioen kunnen invloed hebben op de hoogte van het pensioen.

Ook eventuele compensatie is van invloed op de hoogte van het pensioen. Dat zit zo. De meerderheid heeft voordeel van de nieuwe regels. Voor een aantal groepen heeft het afschaffen van de huidige regels ook nadelen. Daarom krijgen deze groepen een extra bedrag om die n adelen weg te nemen of te verzachten. Stoppen deelnemers vóór 1 januari 2026 (voor een deel) met werken, dan hebben zij geen (of minder) recht op dit extra bedrag. Voor het recht op compensatie moeten zij namelijk n­­og actief aan het werk zijn in zorg en welzijn. Dit is alleen belangrijk voor mensen die tussen 1959 en 1965 zijn geboren. Voor hen geldt dat zij én recht hebben op compensatie én de keuze hebben om hun pensioen voor 1 januari 2026 te laten ingaan. Laten zij hun pensioen voor 1 januari (voor een deel) ingaan, dan hebben zij dus geen (of minder) recht op compensatie. Het is goed om te weten dat het uitstellen van pensioen tot ná de AOW-leeftijd niet helpt om toch nog compensatie te krijgen. Als deelnemers op 1 januari 2026 de AOW-leeftijd al hebben bereikt, komen zij niet in aanmerking voor compensatie.

We weten nu nog niet hoe hoog het verwachte pensioen en een eventuele compensatie gaan zijn. Wij moeten nog precieze berekeningen maken. Die hangen ook van zaken af, die we nu nog niet weten. Wij informeren de deelnemers hier zo snel mogelijk over. En natuurlijk spelen andere zaken ook een rol bij de keuze van de pensioendatum. Die zaken kunnen belangrijker zijn dan de hoogte van het pensioen of het recht op compensatie. Denk daarbij aan de gezondheid en het welzijn van de deelnemer.

Wanneer horen medewerkers, die rond het moment van overstap op de nieuwe pensioenregeling met pensioen willen gaan, wat de nieuwe pensioenregeling voor hen gaat betekenen?

PFZW heeft de ambitie om per 1 januari 2026 over te stappen op de nieuwe pensioenregeling. Volgens de huidige planning ontvangen alle deelnemers in juni 2025 een voorbeeldberekening om een indruk te krijgen van wat de nieuwe pensioenregeling betekent voor een voorbeeldpersoon die past bij hun situatie. In oktober 2025 informeert PFZW alle deelnemers persoonlijk over wat de overgang voor die individuele medewerker betekent. Het is niet mogelijk om deelnemers eerder over hun persoonlijke situatie te informeren, omdat de meest betrouwbare berekeningen pas zo kort mogelijk voor de transitiedatum gemaakt kunnen worden. Nadat op 1 januari 2026 het omzetten heeft plaatsgevonden en de dekkingsgraad definitief is, kan PFZW in maart 2026 de definitieve pensioenbedragen tonen.

Wat betekent de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel voor deelnemers die vlak voor hun pensioen zitten?

Deelnemers die vlak voor hun pensioen zitten, hebben in de huidige pensioenregeling en in de nieuwe pensioenregeling dezelfde keuzemogelijkheden. Zij kunnen bijvoorbeeld hun pensioen eerder of later laten ingaan, kiezen voor eerst een hoger of lager pensioen of andersom, of voor deeltijdpensioen. In de nieuwe wet staat ook de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen van 10% van het totale pensioen. De wet is alleen nog niet officieel goedgekeurd en het is nog onzeker of ‘bedrag ineens’ zal worden ingevoerd.

Kiest een deelnemer een pensioeningangsdatum in de huidige pensioenregeling? Dan wordt vanaf de transitiedatum de nieuwe pensioenregeling van kracht op het pensioen. Alle (gewezen) deelnemers en gepensioneerden gaan dan dus over naar de nieuwe pensioenregeling met de daarbij behorende uitgangspunten.

Omzetten

Wat zijn de doelen van het omzetten?

De sociale partners hebben een aantal doelen bepaald voor het omzetten. Ze hebben bepaald dat omzetting alleen evenwichtig plaats kan vinden als de eerste drie  doelen worden behaald. 

De belangrijkste doelen die de sociale partners hebben afgesproken zijn:

  1. De ingegane pensioenen door de overgang niet verlagen.
  2. De ingegane pensioenen in de eerste drie jaren na de overgang niet verlagen.
  3. Het wegnemen of verzachten van de gevolgen van de afschaffing van de doorsneesystematiek in de huidige regeling (compenseren).
    Om deze drie doelen te behalen is er een dekkingsgraad nodig van 103,6%. Als de dekkingsgraad hoger is, kan ook het vierde doel worden behaald:
  4.  Het verhogen van de individuele pensioenvermogens en de ingegane pensioenen van alle deelnemers.

Zijn er bij de overstap naar een nieuwe pensioenregeling winnaars en verliezers?

De transitie moet vanuit de wet evenwichtig zijn. DNB toetst daar ook op. PFZW en de sociale partners zijn verantwoordelijk voor een evenwichtige transitie. Dat betekent dat er geen winnaars en verliezers zijn. Wel kunnen uitkomsten op individueel niveau natuurlijk verschillen. In de nieuwe pensioenregeling gaan de individuele deelnemers bijvoorbeeld meer risico’s dragen dan in de huidige regeling. Daar staat tegenover dat de pensioenen in de nieuwe pensioenregeling eerder verhoogd kunnen worden. In de huidige regeling zijn de pensioenen jarenlang niet verhoogd, omdat de pensioenen wettelijk gezien pas verhoogd mogen worden als er voldoende financiële buffers aanwezig zijn. Dat probleem wordt in de nieuwe regeling opgelost. Door een solidariteitsreserve en het afdekken van het renterisico wordt bovendien de kans op verlagen van pensioen zo klein mogelijk gemaakt. 

Hoe worden de juridische risico's afgedekt en wat gebeurt er als een procedure tegen het omzetten succesvol is?

Volgens Europese rechtspraak heeft een overheid beleidsvrijheid om eigendom te reguleren (in dit geval in de vorm van ‘omzetten’) als dat noodzakelijk is in het algemeen belang. De juridische risico’s worden door de wetgever afgedekt door in de toelichting bij de wetgeving goed te motiveren waarom de Nederlandse overheid het omzetten noodzakelijk vindt in het kader van het algemeen belang. Wat er gebeurt als een procedure tegen omzetten succesvol is, is lastig te voorspellen. Het juridisch risico is een van de aandachtspunten van PFZW in aanloop naar een nieuwe pensioenregeling.

Wat zijn de financiële gevolgen van omzetten voor de verschillende groepen deelnemers?

Berekeningen laten zien dat voor de diverse deelnemersgroepen in geval van omzetten in de meeste scenario’s een beter pensioenresultaat kan worden behaald dan zonder omzetten.

Worden alle bestaande pensioenaanspraken omgezet of zijn er uitzonderingen?

Iedereen gaat over naar de nieuwe regeling: alle bestaande pensioenafspraken en ingegane pensioenen worden omgezet. Het uitgangspunt is dat alle deelnemers een persoonlijk pensioenvermogen ontvangen dat minimaal overeenkomt met de waarde van hun pensioenaanspraken in de huidige pensioenregeling. Op die manier gelden dezelfde regels voor iedereen en heeft PFZW één pensioenregeling om uit te voeren. 

Wat zijn de gevolgen van het afschaffen van de doorsneesystematiek voor jongeren?

Voor jongere deelnemers is het afschaffen van de doorsneesystematiek in de huidige regeling gunstig. Voor andere leeftijdsgroepen is de afschaffing ongunstig. Voor actieve deelnemers met geboortejaren 1959 t/m 1995 komt er een compensatieregeling, waardoor naar verwachting het overgrote deel van de deelnemers er na het omzetten op vooruit gaat. Deelnemers worden in 2025 persoonlijk hierover geïnformeerd. 

Kan de transitie ook worden uitgesteld als op het moment van omzetten de dekkingsgraad laag is?

Het uitgangspunt is dat de nieuwe pensioenregeling van PFZW op 1 januari 2026 ingaat. Alleen in een uitzonderlijke situatie zou uitstel een scenario kunnen zijn. Er zijn nog geen besluiten genomen over welke scenario's dat dan zijn. Uitstel is niet eenvouding en heeft consequenties, dus daar zal zeker niet zomaar voor gekozen worden.

Gaan de pensioenen van mensen die al met pensioen zijn ook over op de nieuwe pensioenregeling? Zo ja, blijft de hoogte van het pensioen dan hetzelfde?

Ja, alle bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten worden omgezet naar de nieuwe regeling. Dus van iedereen die opbouwt, in het verleden heeft opgebouwd en ook de pensioenen van mensen die al met pensioen zijn. Of de hoogte van pensioen daarbij gelijk blijft, hangt af van de stand van de dekkingsgraad bij de overgang. Belangrijk is te onderstrepen dat PFZW in de nieuwe regeling de pensioenen eerder kan verhogen en goed kan beschermen tegen verlagingen. 

Wat houdt de evenwichtigheidstoets in?

Evenwichtigheid betekent dat de nieuwe regeling inclusief het omzetten geen groepen onevenredig bevoordeelt of benadeelt. Bij het omzetten van het collectieve pensioenvermogen naar persoonlijke vermogens moeten de belangen van alle groepen evenwichtig worden gewogen volgens een wettelijk kader. Dat gebeurt niet op individueel niveau, maar er wordt gekeken naar hele groepen. DNB zal het omzetten (marginaal) toetsen op evenwichtigheid. Bij de evenwichtigheidstoets wordt gekeken naar het effect van omzetten op hele groepen zoals actieve deelnemers, pensioengerechtigden, gewezen deelnemers, partners en ex-partners en werkgevers. Maar ook naar leeftijd, geslacht, arbeidsverleden en salaris. SZW heeft hiervoor de 'Handreiking evenwichtigheid' opgesteld.

Is de evenwichtigheidstoets controleerbaar?

Ja, er wordt een wettelijk kader toegepast om evenwichtigheid te bepalen. SZW heeft ook een 'Handreiking evenwichtigheid' opgesteld. 

Pensioenvermogen

Wat gebeurt er met het pensioenvermogen als wij jaren achter elkaar in een slecht-weer-scenario zitten?

Deelnemers gaan het effect van stijgingen en dalingen op de beurzen directer merken in hun pensioenvermogen. Zij profiteren dus sneller van stijgingen maar zien ook eerder de gevolgen van dalingen. Naar mate de deelnemer ouder wordt, worden die schommelingen in het pensioenvermogen minder, omdat er dan minder beleggingsrisico genomen en er is een reserve voor tegenvallers: de solidariteitsreserve. Die reserve wordt onder meer gebruikt om de kans op verlaging van ingegane pensioen te verkleinen. Een jarenlang slecht-weer-scenario zal echter leiden tot een daling van het pensioenvermogen. 

Hoe worden de kosten verrekend in de persoonlijke pensioenvermogens van de medewerkers?

Net zoals in de huidige pensioenregeling zijn er in de nieuwe pensioenregeling kosten voor administratie en vermogensbeheer. Deze worden nu collectief gedeeld en dat is straks niet anders.  

Solidaire premieregeling

Blijven de huidige keuzemogelijkheden behouden in de nieuwe pensioenregeling?

Ja, huidige keuzemogelijkheden blijven behouden. We hebben het dan over de volgende keuzes:

  • Vervroegen of uitstellen van pensioen
  • Deeltijdpensioen (combinatie van deels werken en deels pensioen)
  • Ruilen van een stukje ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen, en andersom
  • Eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen per maand, en andersom

Als de pensioenen op basis van de solidaire premieregeling hoger uitpakken, kunnen de sociale partners die onderhandelen over de regeling dan ook de keuze maken om de premie te verlagen?

Sociale partners hebben de pensioenambitie - oftewel de gewenste hoogte van het pensioen - in de nieuwe regeling bepaald. Ze hebben berekend of de premie toereikend is om dat te halen. Sociale partners hebben de ambitie uitgesproken dat het pensioen in de zorg en welzijn na 42 jaar werken minimaal 80% moet zijn van het deel van het salaris waarover pensioen is opgebouwd. Berekeningen voor verschillende maatmensen laten zien dat dat haalbaar is met een ongewijzigde premie.

Kunnen groepen van deelnemers (individueel/collectief en onder verplichtstelling/contractueel) uit de pensioenregeling stappen?

Nee, dat is niet mogelijk. De wijziging van de pensioenregeling heeft geen invloed op de verplichtstelling van PFZW. Die blijft gewoon gelden. Dat betekent dat voor alle deelnemers de wettelijke verplichting tot aansluiten blijft gelden. Ook als een werkgever contractueel is aangesloten heeft de wijziging van de pensioenregeling geen invloed op het contract. 

Waarom is er gekozen voor de solidaire premieregeling?

De belangrijkste redenen om te kiezen voor de solidaire premieregeling zijn de mogelijkheid tot collectief en solidair delen van risico's, het dempen van het risico op grote schommelingen van het ingegaan pensioen en het behalen van welvaartswinst voor het collectief aan deelnemers. 

Kan er binnen de solidaire premieregeling voor gepensioneerden ruimte gemaakt worden voor keuzes in beleggingsrisico?

Nee, in de Wet toekomst pensioenen is vastgelegd dat de solidaire premieregeling niet de mogelijkheid voor keuzevrijheid in beleggingen kent. Het beleggingsrisico wordt per leeftijdscohort bepaald door het bestuur van PFZW op basis van de risicohouding van elk leeftijdscohort. 

Kan een pensioenfonds nog terug als de keuze voor de solidaire premieregeling toch ‘tegenvalt’?

Nee, er kan niet met terugwerkende kracht nog een andere keuze worden gemaakt. De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is wettelijk verplicht. Er moet gekozen worden tussen de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling. Als de keuze achteraf ‘tegenvalt’ kunnen sociale partners voor de toekomst hun keuze eventueel wijzigen naar het andere contract. Dit kan niet met terugwerkende kracht.

Is het mogelijk om in de nieuwe pensioenregeling weer extra te sparen voor pensioen?

Dat zou kunnen. Sociale partners hebben PFZW gevraagd om de mogelijkheid aan deelnemers te bieden om extra te kunnen bijsparen voor ouderdomspensioen. Het bestuur van PFZW moet hierover nog een beslissing nemen. 

Wordt pensioen duurder voor werkgevers en deelnemers?

PFZW streeft naar zo laag mogelijke kosten gegeven de regeling die moet worden uitgevoerd. Op dit moment kunnen we nog geen concrete uitspraken doen over het effect van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Onze inzet is dat verdere digitalisering en het realiseren van schaalvoordelen ervoor zorgt dat de uitvoeringskosten in de toekomst omlaag gaan.

Door de nieuwe regels voor pensioen worden de pensioenen meer afhankelijk van de resultaten van PFZW. Betekent dit dat gepensioneerden iedere maand een ander pensioenbedrag op hun rekening gestort krijgen?

De pensioenen worden inderdaad meer afhankelijk van de resultaten van PFZW. Dus gaat het goed, dan stijgen de pensioenen eerder. Gaat het minder, dan kunnen de pensioenen ook dalen. Maar dat betekent niet dat de pensioenbedragen iedere maand wijzigen. PFZW bekijkt eventuele wijzigingen in de hoogte van het pensioeninkomen jaarlijks. In de nieuwe regeling worden gepensioneerden zo veel mogelijk beschermd tegen dalingen. Naarmate de leeftijd van de deelnemer vordert, wordt er minder beleggingsrisico genomen en er is een reserve voor tegenvallers: de solidariteitsreserve. Die reserve wordt onder meer gebruikt om de kans op verlaging van ingegane pensioen te verkleinen.

Wordt het met de overstap naar de nieuwe regels voor pensioen eenvoudiger om bij wisseling van baan het pensioen over te dragen?

Ja, dat verwachten we wel.

Solidariteitsreserve en compensatiedepot

Wat houdt de solidariteitsreserve in?

In de nieuwe pensioenregeling heeft iedereen zijn eigen persoonlijke pensioenvermogen. Daarnaast komt er een verplichte solidariteitsreserve. De solidariteitsreserve wordt gebruikt om individueel niet-verzekerbare risico's van deelnemers te verminderen en de stabiliteit van ingegane pensioenen te bevorderen. Hiermee blijven naar verwachting grote negatieve schommelingen in de uitkeringsfase uit.

De doelen van de solidariteitsreserve zijn:

  • Verkleinen van de kans dat pensioenen moeten worden verlaagd. 
  • Het opvangen van micro-langleven (dat individuele deelnemers ouder worden dan vooraf aangenomen).
  • Het opvangen van macro-langleven (snellere stijging van de gemiddelde levensverwachting van de Nederlandse bevolking en specifiek deelnemers van PFZW dan verwacht).
  • Voorkomen dat iemands pensioenvermogen negatief wordt.

De reserve wordt in eerste instantie gevuld uit het vermogen en daarna uit rendement en – als de reserve weinig is gevuld – met premies van deelnemers en werkgevers.

Wat houdt het compensatiedepot in?

Groepen actieve deelnemers die nadeel ondervinden van de afschaffing van de doorsneesystematiek kunnen worden gecompenseerd. Hiervoor komt een compensatiedepot, van waaruit de compensatie wordt verrekend. Dit depot wordt tijdens de transitie gevuld vanuit het collectieve pensioenvermogen. De compensatie wordt vervolgens bij de omzetting in één keer toegevoegd aan het persoonlijke pensioenvermogen van de deelnemer. Compensatie wordt altijd toegekend aan groepen deelnemers en nooit op individueel niveau. Deelnemers kunnen niet zelf compensatie aanvragen en aanspraak maken op het compensatiedepot. 

Wat is de operationele reserve?

De operationele reserve is een kleine verplichte reserve die pensioenfondsen moeten aanhouden om de kosten van de pensioenuitvoering te dekken en om te gaan met onvoorziene omstandigheden zoals een stijging van de uitvoeringskosten of een daling van de premie-inkomsten. 

Communicatie en draagvlak

Hoe en wanneer leggen we deelnemers die zich niet of minder bezig houden met pensioen uit wat er gaat veranderen? En wat het voor hen betekent?

Dat is inderdaad nog niet zo eenvoudig en een van de punten waar PFZW veel aandacht aan schenkt. De werknemers in onze sector hebben lang niet altijd belangstelling voor en kennis over pensioen. Daarnaast is er nog steeds veel onzeker over de nieuwe pensioenregeling en de transitie. PFZW communiceert in aanloop naar de daadwerkelijke transitie op verschillende manieren met deelnemers. In eerste instantie is dat vooral generiek. Dat wil zeggen dat we vooral in het algemeen communiceren over de nieuwe regels voor pensioen en deelnemers proberen aan te zetten tot actie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het eenvoudig inloggen op MijnPFZW. Zodat een deelnemer ziet dat er iets voor het pensioen is geregeld. Uit onderzoek blijkt namelijk dat als de deelnemer een positieve ervaring met pensioen heeft, deze minder vatbaar is voor bijvoorbeeld de negatieve berichtgeving in de media. Richting de beoogde transitiedatum op 1 januari 2026 wordt de communicatie persoonlijker. In de loop van 2025 zullen we deelnemers persoonlijk informeren over hun situatie. We zetten daarvoor verschillende middelen in die we afstemmen op de doelgroep. Op de website vinden deelnemers altijd de laatste informatie. 

PFZW communiceert met deelnemers en werkgevers volgens een vooraf vastgestelde strategie en communicatieplan. Hierin staat bijvoorbeeld dat we de verschillende leeftijdscohorten op verschillende wijzen benaderen en dat we gedrag belangrijk vinden. De strategie is gebaseerd op onderzoek onder deelnemers, ‘good practices’ en inzichten uit de gedragswetenschappen. De wet verplicht PFZW ook om een communicatieplan in te dienen bij de AFM. Dat gebeurt in 2024. 

Hoe gaat PFZW deelnemers informeren?

Het informeren van deelnemers over de nieuwe regels voor pensioen is een belangrijk onderdeel van een soepele overgang op 1 januari 2026. PFZW is hier enkele jaren geleden al mee gestart. Hieronder ziet u enkele voorbeelden van communicatiemiddelen die PFZW gebruikt om deelnemers doorlopend te informeren over de nieuwe regels voor pensioen:

  • Nieuwsbrieven: PFZW stuurt maandelijks nieuwsbrieven met updates en belangrijke informatie over de nieuwe regels voor pensioen. Deelnemers kunnen zich abonneren via MijnPFZW. Werkgevers kunnen zich aanmelden via de website.
  • Webinars: Digitale middelen bieden flexibiliteit en bereiken een breed publiek. In 2023 organiseerde PFZW twee webinars waarin antwoord werd gegeven op veelgestelde vragen over de nieuwe regels voor pensioen. In de loop van 2024 doen we dit opnieuw.
  • Website: Op de website vindt u aparte pagina’s met alle informatie, animaties en veelgestelde vragen over de nieuwe regels voor pensioen. Voor deelnemers en werkgevers.
  • Veelgestelde vragen: PFZW heeft lijsten met veelgestelde vragen en antwoorden over de nieuwe pensioenregels. Dit helpt deelnemers en werkgevers om snel antwoorden te vinden op hun vragen.
  • Teksten, beelden en video's: PFZW stelt aan werkgevers een toolkit met verschillende teksten, beelden en video's beschikbaar die zij zelf kunnen gebruiken voor een magazine, intranet of nieuwsbrief. Zo kunnen werkgevers samen met PFZW ingewikkelde informatie op een eenvoudige begrijpelijke manier presenteren. PFZW breidt de toolkit doorlopend uit.
  • Informatiebijeenkomsten: PFZW organiseert informatieve bijeenkomsten waar deelnemers en werkgevers uitleg krijgen over de nieuwe regels voor pensioen. In 2023 organiseerden we een bijeenkomst voor werkgevers. In de loop van 2024 doen we dit opnieuw en organiseren we ook bijeenkomsten voor oudere deelnemers.
  • MijnPFZW: Op MijnPFZW kunnen deelnemers hun persoonlijke pensioeninformatie inzien. In 2025 ontvangen zij een eerste voorbeeldberekening en later een inschatting van hun verwachte pensioen per 1 januari 2026. Na de overgang maakt PFZW alle berekeningen definitief.
  • Communicatiecampagnes: PFZW haakt aan bij gerichte communicatiecampagnes over de nieuwe pensioenregels van bijvoorbeeld de overheid of de Pensioenfederatie, de belangenbehartiger van alle Nederlandse pensioenfondsen. Daarbij maakt PFZW gebruik van eigen communicatiekanalen, zoals e-mail, website en sociale media.
  • Feedbackmogelijkheden: PFZW biedt deelnemers en werkgevers de mogelijkheid om feedback te geven of vragen te stellen. PFZW vindt het belangrijk om open te staan voor zorgen en vragen.

Wanneer krijgen deelnemers te horen en te zien wat hun opgebouwde pensioenaanspraken straks in de nieuwe pensioenregeling zijn?

In de komende jaren gaat PFZW deelnemers actief begeleiden en meenemen op weg naar de nieuwe pensioenregeling. Een belangrijk onderdeel daarvan is het inzicht in hun persoonlijke situatie. In juni 2025 ontvangen deelnemers een eerste voorbeeldberekening om een indruk te krijgen van wat de nieuwe pensioenregeling betekent voor een voorbeeldpersoon die past bij zijn of haar situatie. Deze berekening bevat nog geen persoonlijke cijfers,. Die kunnen we nog niet berekenen op dat moment. In oktober 2025 ontvangen deelnemers een voorlopige berekening van hun persoonlijke pensioenvermogen. Ook andere bedragen zijn dan inzichtelijk, zoals de hoogte van het nabestaandenpensioen, eventuele compensatie en het verwachte pensioeninkomen na pensionering. In maart 2026, nadat het omzetten heeft plaatsgevonden en de dekkingsgraad definitief is, kunnen we de definitieve bedragen communiceren. 

Kunnen mensen die al met pensioen zijn straks ook nog hun pensioen bekijken?

Mensen die al met pensioen zijn hebben via MijnPFZW altijd inzicht in hun pensioen of uitkering. Dat blijft zo. Als een deelnemer met pensioen is en een partnerpensioen heeft verzekerd, dan ziet deze deelnemer ook de hoogte daarvan. PFZW adviseert mensen die al met pensioen zijn  om in ieder geval één keer per jaar in MijnPFZW te kijken.

Wordt een eenduidige en toegankelijke basiscommunicatie afgestemd met de overheid en sociale partners?

Ja, de koepel van Nederlandse pensioenfondsen, de Pensioenfederatie, stelt met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en sociale partners een pakket samen met basisinformatie over de nieuwe pensioenregelingen. Ook wordt er landelijk een campagne gevoerd door het ministerie van SZW. Ieder pensioenfonds is wel zelf verantwoordelijk om op adequate wijze zijn deelnemers te informeren.

Waar vind ik meer communicatiemiddelen die ik kan delen met werkgevers en deelnemers?

PFZW heeft meerdere webpagina's met informatie over de transitie en de nieuwe regels voor pensioen ingericht voor deelnemers. Hier is onder andere een lijst met veelgestelde vragen en een tijdlijn te vinden. Werkgevers vinden daar een pagina met meer specifieke informatie over de nieuwe regels voor pensioen. Er is daar onder andere een toolkit met materialen die werkgevers zelf kunnen inzetten. Heeft u behoefte aan een pensioenpresentatie voor uw leden of wilt u hulp met de pensioencommunicatie? Neem dan contact op met uw relatiemanager om de mogelijkheden te bespreken.

Welke informatieplicht hebben werkgevers?

Werkgevers moeten hun werknemers informeren over de wijzigingen in de pensioenregeling en de gevolgen daarvan voor de pensioenopbouw en het pensioenvooruitzicht van werknemers. Dit geldt zowel voor de periode voorafgaand aan de transitie als daarna. 

Welke zorgplicht hebben werkgevers?

In de Wet toekomst pensioenen staat niets over de zorgplicht van de werkgever. Wel staat er dat 'de pensioenuitvoerder (lees: PFZW) informatie deelt met de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde die aanzet tot relevante actie'. Goede werkgevers informeren hun medewerkers bij belangrijke levensgebeurtenissen en herinneren hen aan de mogelijke gevolgen voor het pensioen. Ook houdt goed werkgeverschap in dat werkgevers hun medewerkers kunnen informeren als zij met pensioenvragen komen.

Daarnaast staat in de wet vermeld dat 'de pensioenuitvoerder op een adequate manier wijst op het maken van keuzes binnen de pensioenovereenkomst'. En zorgt voor de inrichting van de keuzeomgeving zodat uw medewerkers in staat zijn een passende keuze te maken. PFZW zorgt ervoor dat de informatie in MijnPFZW zo is opgesteld dat werknemers gemakkelijk de juiste keuze kunnen maken.