Financieel gezien kan het uitmaken of deelnemers net vóór of net na 1 januari 2026 met pensioen gaan. Wanneer zij met pensioen gaan, kunnen zij verschillende keuzes maken over hoe zij hun pensioen willen inrichten. Zij kunnen bijvoorbeeld eerder of later met pensioen gaan. Of kiezen om eerst een periode een hoger pensioen te ontvangen en daarna een lager pensioen. De nieuwe regels voor pensioen kunnen invloed hebben op de hoogte van het pensioen.
Ook eventuele compensatie is van invloed op de hoogte van het pensioen. Dat zit zo. De meerderheid heeft voordeel van de nieuwe regels. Voor een aantal groepen heeft het afschaffen van de huidige regels ook nadelen. Daarom krijgen deze groepen een extra bedrag om die n adelen weg te nemen of te verzachten. Stoppen deelnemers vóór 1 januari 2026 (voor een deel) met werken, dan hebben zij geen (of minder) recht op dit extra bedrag. Voor het recht op compensatie moeten zij namelijk nog actief aan het werk zijn in zorg en welzijn. Dit is alleen belangrijk voor mensen die tussen 1959 en 1965 zijn geboren. Voor hen geldt dat zij én recht hebben op compensatie én de keuze hebben om hun pensioen voor 1 januari 2026 te laten ingaan. Laten zij hun pensioen voor 1 januari (voor een deel) ingaan, dan hebben zij dus geen (of minder) recht op compensatie. Het is goed om te weten dat het uitstellen van pensioen tot ná de AOW-leeftijd niet helpt om toch nog compensatie te krijgen. Als deelnemers op 1 januari 2026 de AOW-leeftijd al hebben bereikt, komen zij niet in aanmerking voor compensatie.
We weten nu nog niet hoe hoog het verwachte pensioen en een eventuele compensatie gaan zijn. Wij moeten nog precieze berekeningen maken. Die hangen ook van zaken af, die we nu nog niet weten. Wij informeren de deelnemers hier zo snel mogelijk over. En natuurlijk spelen andere zaken ook een rol bij de keuze van de pensioendatum. Die zaken kunnen belangrijker zijn dan de hoogte van het pensioen of het recht op compensatie. Denk daarbij aan de gezondheid en het welzijn van de deelnemer.