20-07-2023 | Het behoud van instroom van nieuwe medewerkers is een belangrijk thema voor de sociale partners van PFZW. Daarom heeft PFZW, net als twee jaar geleden, het instroomonderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek vragen wij onder meer hoe nieuwe medewerkers in zorg en welzijn hun werk ervaren. Ook nu is het overgrote deel tevreden en wil langere tijd bij de huidige werkgever blijven. Een klein deel zegt het werk moeilijk vol te kunnen houden vanwege de (mentale) werkdruk.
PFZW herhaalt instroomonderzoek
Waarom starten medewerkers (opnieuw) met een baan in de sector zorg en welzijn? En hoe kijken ze na een tijdje tegen hun werk aan? Dat vroeg Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) twee jaar geleden aan een grote groep (her)intreders die maximaal een jaar eerder startten bij hun nieuwe werkgever. Recent is dit onderzoek herhaald onder een nieuwe groep van ruim 2.500 deelnemers, verspreid over vrijwel alle deelsectoren. De arbeidskrapte in de sector is groot en wordt de komende jaren alleen maar groter. Daarom is het belangrijk om te weten hoe medewerkers zoveel mogelijk te binden voor de langere termijn. Wij waren net als twee jaar geleden benieuwd naar:
De redenen hebben net als in 2021 vooral te maken met de aard van het werk; het werk is betekenisvol, dankbaar, geeft voldoening en ook het contact met cliënten is een belangrijk aspect. Medewerkers willen iets betekenen voor de maatschappij en het welzijn van personen die zorg nodig hebben. Zaken als inkomen, doorgroeimogelijkheden en regelmaat van het werk spelen minder vaak een rol.
Hoge tevredenheid over het werk
Veel instromers zijn enthousiast over het werk bij de nieuwe werkgever. De gemiddelde beoordeling is een 7.9 (in 2021 een 8). In de helft van de gevallen bevalt het werk zelfs beter dan verwacht. Ten opzichte van 2021 geeft men vaker aan dat de inhoud van het werk (van 55% naar 61%), de contacten met collega’s (van 48% naar 56%) en de werksfeer (van 46% naar 52%) beter bevallen. De contacten met cliënten/patiënten wordt door een kleiner deel genoemd (52%) dan in 2021 (64%).
De overgrote meerderheid geeft aan dat zij goed in staat zijn om het werk vol te houden. Als dit niet zo is, blijkt de oorzaak vooral de mentale belasting door werkdruk, werksfeer en collegialiteit. Wanneer men in algemene zin minder tevreden is over het werk, heeft dit vooral te maken met het inkomen, de hoge werkdruk, de hoeveelheid administratie/regels en het management/de organisatie. Bijna twee op de vijf hebben zelf actie ondernomen om deze punten te veranderen. Dit is meer dan in 2021 (37% versus 29%).
Een kwart wil meer uren werken
Ook deze keer valt het grote aantal deeltijdwerkers op. De ruime meerderheid van de instromers heeft een tijdelijk dienstverband en werkt in deeltijd. Ongeveer 25% zou wel meer uren willen werken, gemiddeld ruim 6 uur per week meer (in 2021 was dit nog 34%). Een mogelijke verklaring van deze daling is dat in 2021 nog vrij veel medewerkers op non-actief stonden vanwege Covid-19 en dus wat vaker aangaven meer te willen werken.
Wanneer men niet meer dan 30 uur per week werkt, blijken de werk/privé-balans en de zorg voor kinderen/naasten de belangrijkste achterliggende redenen. Een deel geeft ook aan dat het niet mogelijk is vanuit de werkgever, de werktijden/het rooster en dat het door de werkgever nooit is gevraagd om meer te werken.
In korte tijd zijn velen al loyale medewerkers geworden. De meerderheid verwacht de komende vijf jaar of langer bij de huidige werkgever te blijven werken; slechts één op de acht wil op korte termijn stoppen. Wie aangeeft binnen twee jaar te willen stoppen bij de huidige werkgever, verwacht hierna vaak wel binnen de sector werkzaam te blijven. Uitstroomredenen hebben te maken met de inhoud van het werk, het management/de organisatie, doorgroeimogelijkheden en ervaren hoge werkdruk.
Grote mentale belasting door werkdruk
Speciale aandacht verdient de groep die zegt het werk matig/slecht vol te kunnen houden vanwege mentale belasting (57%). Deze groep is gestegen ten opzichte van 2021 (38%). Meer mensen geven aan dat de ervaren (hoge) werkdruk hen minder goed bevalt (22% t.o.v. 14% in 2021). Onder de instromers die zeggen binnen twee jaar te willen stoppen bij de huidige werkgever, geeft één op de vijf aan dat dit te maken heeft met de ervaren hoge werkdruk (18% t.o.v. 2021 8%). Deze mensen geven aan dat dit dan bijvoorbeeld komt door onregelmatige werktijden en te weinig tijd voor de werkzaamheden.