Voorwaarden partnerpensioen bij samenwonen

Als u ongehuwd samenwoont, kan uw partner in aanmerking komen voor partnerpensioen bij PFZW. U moet dan voldoen aan de voorwaarden die op deze pagina staan. Voldoet u hier niet aan? Dan heeft uw partner geen recht op partnerpensioen als u overlijdt.

Voor wie is het partnerpensioen?

Uw partner heeft recht op partnerpensioen als u beiden ongehuwd bent en een gemeenschappelijke huishouding voert met 1 partner met wie u op hetzelfde adres woont. Uw relatie moet begonnen zijn voordat uw AOW ingaat. Ook moet u op of na 1 januari 1988 deelnemer zijn bij PFZW. U bent deelnemer als u:

  • pensioenpremie betaalt of er pensioenpremie voor u wordt betaald
  • premievrije pensioenopbouw heeft omdat u arbeidsongeschikt bent
  • recht heeft op bescherming bij verlof en werkloosheid

Wat is een gemeenschappelijke huishouding?

Het recht op partnerpensioen geldt alleen voor de partner met wie u een gemeenschappelijke huishouding voert. Het geldt dus niet als u samenwoont met iemand met wie een familierelatie in rechte lijn bestaat, zoals ouder-kind of grootouder-kleinkind.

U moet uw gemeenschappelijke huishouding kunnen aantonen met een notariele samenlevingsovereenkomst, ook wel een notarieel samenlevingscontract genoemd.

Let op! Als u een notariële samenlevingscontract afsluit na uw AOW-leeftijd, heeft uw partner geen recht op partnerpensioen. Uw partner heeft misschien wel andere rechten.

Het notarieel samenlevingscontract

In het notarieel samenlevingscontract moet staan dat u en uw partner samenwonen op hetzelfde adres, een gemeenschappelijke huishouding voeren en allebei ongehuwd zijn. Het samenlevingscontract moet ondertekend en bestempeld zijn door de notaris.

Wijzigingen doorgeven

U bent verplicht ons direct te informeren over elke wijziging die gevolgen kan hebben voor het partnerpensioen. Bijvoorbeeld wanneer uw relatie eindigt of uw partner overlijdt. Wij krijgen deze gegevens namelijk niet automatisch door van uw gemeente.

Was deze informatie nuttig voor u?