17-10-2024 | De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 strenger controleren op schijnzelfstandigheid in de arbeidsrelatie tussen zzp’ers en opdrachtgevers. Dit geldt ook voor zulke relaties in de sector zorg en welzijn. Als een zzp’er werkt of heeft gewerkt als een reguliere werknemer — denk aan vaste roosters of werken onder direct gezag van de opdrachtgever — kan dit worden gezien als een dienstbetrekking. De betreffende persoon wordt dan alsnog als werknemer gezien. Als de schijnzelfstandige die werknemer blijkt te zijn pensioen claimt bij PFZW, moet het fonds pensioenpremie opleggen aan de werkgever.
De taak voor beoordeling van arbeidsrelaties ligt sinds mei 2016 bij de opdrachtgever.
De Nederlandse overheid werkt aan verbetering van de rechtszekerheid voor zzp'ers en werknemers. Het controleren op schijnzelfstandigheid past in deze lijn. Veel opdrachtgevers in de zorg bieden graag een arbeidsovereenkomst aan, maar er wordt ook wel gekozen voor een andere arbeidsrelatie waarbij geen werknemerschap ontstaat. Sommige werkenden kiezen bewust voor een overeenkomst als zzp'er. Bijvoorbeeld met het oog op hogere netto-inkomsten en de vrijheid om zelf te bepalen wanneer en waar zij werken. Netto-inkomsten vallen hoger uit doordat zij vaak geen verzekeringen afsluiten voor ziekte of arbeidsongeschiktheid en geen pensioenpremies betalen.